Het griepseizoen staat voor de deur. Influenza, beter bekend als griep, is door de geschiedenis heen een constante metgezel van de mensheid geweest. Van oude waarnemingen tot moderne wetenschappelijke doorbraken, ons begrip van deze ziekte is in de loop der tijd enorm geëvolueerd. Laten we een blik werpen op de fascinerende reis van influenza door de eeuwen heen.

Wat is griep?

Griep of influenza is een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen die zich gemakkelijk verspreidt via de lucht in druppels snot, slijm of speeksel. Vaak is de ziekte mild, met symptomen zoals koude rillingen, vermoeidheid en koorts. Ze kan echter ernstige complicaties hebben bij ouderen en personen met een verzwakt immuunsysteem.

Griep wordt veroorzaakt door een virus dat best overleeft bij lage temperaturen en in droge lucht, vandaar dat de ziekte bij ons vaak seizoensgebonden voorkomt. Vandaag weten we dat griep een virus is dat huist in wilde vogels. Wanneer dit virus overgaat op mensen kan het potentieel pandemisch worden. Er zijn meerdere grieptypes: Influenza A, Influenza B en Influenza C. Influenzavirus type A en B veroorzaken elk winterseizoen epidemieën, terwijl type C infecties mild en zeldzaam zijn. In feite bevinden we ons sinds de Spaanse griep in 1918 in een pandemisch tijdperk, want alle influenza A virussen die sindsdien circuleerden, zijn directe afstammelingen van het virus uit 1918. Sindsdien is de griep continu aanwezig.

De oudheid en vroege griepepidemieën

De vroegst geregistreerde beschrijving van griepachtige symptomen dateert uit 412 voor Christus in, u raadt het misschien al, de geschriften van Hippocrates. In zijn boek over epidemieën beschreef de Griekse arts een zeer besmettelijke ziekte met griepachtige symptomen: koorts, koude rillingen, hoofdpijn en spierpijn.

Epidemieën waarbij mensen aan gelijkaardige symptomen leedden, werden doorheen de hele menselijke geschiedenis gerapporteerd. Vaak gingen ze gepaard met hoge sterftecijfers, vooral bij de oudere bevolking. Hoewel het onmogelijk is om te bevestigen dat het inderdaad influenza was, suggereren historische verslagen dat mensen al duizenden jaren geconfronteerd worden met griepachtige ziekten.

In het jaar 664 rapporteerden monniken in Engeland dat een soortgelijke epidemie door het land trok. Ook in 1173-1174 trok een ziekte door Engeland, Frankrijk en Italië die mogelijk een griepepidemie was. Zij kreeg toen, net als alle ziekten verantwoordelijk voor grote sterftegolven, de naam plaag. Getuigen spreken van een vreselijke verkoudheid en een kwaadaardige en nooit-eerder-geziene hoest.

Herkomst van de woorden “influenza” en “griep”

De term “influenza” heeft een interessante oorsprong. In 1357 werd tijdens de epidemie in Florence “influenza di freddo” genoemd, wat “koude invloed” betekent. Deze naam weerspiegelde het geloof dat de ziekte werd veroorzaakt door de invloed van het koude weer. Later schreven sommige astrologen de periodieke terugkeer van de ziekte toe aan de invloed van hemellichamen of “influenza di stelle” (invloed van de sterren). Het woord influenza verspreidde zich nadien in heel Europa.

De term griep zou dan weer afkomstig zijn van het Franse “grippe”, of “gripper” op zijn beurt afkomstig van het Germaanse “grippen”, wat wij in de Nederlandse taal nog steeds kennen als grijpen. Die etymologie verwijst naar het beklemmend gevoel in de keel bij griep, waardoor de ziekte wordt gekoppeld aan het idee van een “aanval” of “greep” op het lichaam.

Wereldwijde verspreiding

Sinds 1500 menen onderzoekers minstens 14 pandemieën als griep te mogen identificeren. Dit wil zeggen dat er gemiddeld elke 36 jaar een grieppandemie uitbrak.

Eén van de vroegst geregistreerde grieppandemieën vond vermoedelijk plaats in 1580. Deze pandemie begon in Azië tijdens de zomer waarna de ziekte zich verspreidde naar Afrika, Europa en uiteindelijk Amerika. Het totale dodental is onbekend, maar alleen al in Rome vielen volgens historische bronnen 8.000 doden (op circa 80.000 inwoners).

De eerste grieppandemie van de 18de eeuw begon in Rusland in 1729 en verspreidde zich binnen drie jaar wereldwijd. In 1781 begon een uitbraak in China die zich eveneens wereldwijd verspreidde. Op één dag werden in Sint-Petersburg 30.000 mensen als besmet geregistreerd.

In 1830-1833 trof een pandemie naar schatting 20 à 25% van de wereldbevolking, maar het sterftecijfer bleef relatief laag.

De zogenaamde Russische griep van 1889-1890 infecteerde naar schatting zo’n 40% van de wereldpopulatie en zou bijna één miljoen mensen het leven hebben gekost. Het was de laatste grote pandemie van de 19de eeuw, maar de eerste die zo snel de wereld rondreisde door de nieuwe transportmogelijkheden zoals de spoorwegen en de transatlantische zeevaart.

Een Nederlandse minister bezoekt een griephospitaal ten tijde van de ‘Russische’ griep, reproductie van lithografie door Johan Braakensiek, 22 december 1889, Nederland (© CC BY 4.0)

In de 20ste eeuw werd de wereld getroffen door de algemeen bekende ‘Spaanse’ griep. Het was een van de dodelijkste pandemieën in de geschiedenis van de mensheid. Wereldwijd werden naar schatting 500 miljoen mensen besmet en stierven er tussen de 20 en 50 miljoen. Deze pandemie was zo ernstig dat de levensverwachting wereldwijd met enkele jaren daalde, aldus de Wereld Gezondheidsorganisatie.

19de eeuw: wordt griep door een bacterie veroorzaakt?

In de late 19de eeuw richtten wetenschappers zich, geïnspireerd door Louis Pasteur en Robert Koch, voornamelijk op bacteriën als ziekteverwekkers. Men dacht dat ook de griep door een bacterie werd veroorzaakt, omdat influenza vaak secundaire bacteriële infecties zoals longontsteking met zich meebracht. Dit versterkte de overtuiging dat bacteriën de oorzaak waren van influenza. De Duitse bacterioloog Richard Pfeiffer isoleerde tijdens de ‘Russische’ griep-epidemie van de vroege jaren 1890 een bacterie uit het speeksel en de luchtwegen van patiënten, die hij “Bacillus influenzae” noemde, en die aanvankelijk als de verwekker van griep werd beschouwd.

Pas aan het einde van de 19de eeuw begonnen onderzoekers te vermoeden dat virussen, die klein genoeg waren om door bacteriële filters te passeren, de ziekte konden veroorzaken. Louis Pasteur had al in 1884, samen met Charles Chamberland, een filter ontwikkeld om bacteriën uit vloeistoffen te filteren, hetgeen leidde tot de ontdekking van ziekteverwekkers die kleiner waren dan bacteriën. In 1898 introduceerde de Nederlandse microbioloog Martinus Beijerinck de term ‘virussen’ voor deze kleine besmettelijke stoffen.

Pasteur Germ Proof Filter, c. 1890, Pasteur-Chamberland Filter Co., Dayton, Ohio © Museum of Science and Industry (Chicago) – DSC06633

Identificatie van het influenzavirus en eerste griepvaccin

Tijdens de Spaanse grieppandemie van 1918-19 probeerden wetenschappers wereldwijd om een vaccin te ontwikkelen tegen de ziekte. Velen onder hen vertrokken vanuit de overtuiging dat de ziekte was veroorzaakt door de bacterie ‘bacillus influenzae’. Hoewel sommige vaccins eerst succesvol leken, kwam er in de loop van 1918 steeds meer bewijs dat de bacterie slechts aanwezig was bij een klein percentage van de personen met de griep. Experimenten van de Franse bacteriologen Charles Nicolle en Charles Le Bailly suggereerden dat influenza veroorzaakt kon worden door een kleinere substantie, zoals een virus.

Een belangrijke doorbraak kwam er in de jaren 1930. De uitvinding van de elektronenmicroscoop in 1931 gaf wetenschappers eindelijk zicht op deze mysterieuze kleine ziekteverwekkers. In 1933 isoleerden en identificeerden de Britse onderzoekers van het National Institute for Medical Research, Wilson Smith, Christopher Andrewes en Patrick Laidlaw het influenzavirus uit het snot van zieke personen. Deze ontdekking maakte de weg vrij voor de ontwikkeling van vaccins en antivirale behandelingen.

Reproductie van een van de eerste elektronenmicroscopen door Ernst Ruska in de jaren 1930. (wikimedia commons)

Het eerste vaccin tegen de griep werd ontwikkeld door Thomas Francis en Jonas Salk aan de Universiteit van Michigan. Het vaccin werd voor het eerst getest op Amerikaanse militairen tijdens Wereldoorlog II en vrijgegeven voor gebruik in 1945.

Hoe griepdoden tellen?

Ook al is de griep ondertussen een goed gekende ziekte, het is niet altijd eenvoudig om het aantal overlijdens ten gevolge van griep te tellen. De symptomen van griep lijken namelijk erg goed op andere infecties zoals ademhalingsproblemen en verkoudheden. Dit zorgt ervoor dat influenza niet steeds als dusdanig geregistreerd wordt. Bovendien kan griep op meerdere manieren onrechtstreeks voor overlijdens zorgen. De griepinfectie kan bijvoorbeeld leiden tot longontstekingen maar ook tot hartaanvallen of beroertes. Dit is vooral het geval bij ouderen en mensen met chronische gezondheidsproblemen.

Vermoedelijk waren er ook in de Antwerpse doodsoorzakenregisters systematische onderschattingen van het aantal sterfgevallen ten gevolge van griep.

Hoe komen onderzoekers en statistische bureaus vandaag dan tot de aantallen griepdoden? Ze berekenen onder meer de oversterfte tijdens het griepseizoen. Tijdens de wintermaanden is de griep actiefst. De extra sterfte die er dan is in vergelijking met de wintermaanden waarop griep doorgaans geen slachtoffers maakt, wordt gebruikt om een inschatting te maken van het aantal sterfgevallen ten gevolge van griep.

Conclusie

Terwijl we vandaag geconfronteerd blijven worden met uitbraken van influenza en mogelijke pandemieën, blijft ons begrip van deze eeuwenoude ziekte zich ontwikkelen. De geschiedenis van griep herinnert ons eraan dat infectieziekten een voortdurende uitdaging vormen voor de menselijke gezondheid en dat wetenschappelijk onderzoek en inspanningen op het gebied van de volksgezondheid van groot belang zijn.

Bibliografie