• Berichtcategorie:Opmerkelijk

In de doodsoorzakenregisters van begin september 1889 werden heel wat personen genoteerd die overleden waren aan hevige brandwonden. Meerdere invoerders legden de link met de ramp in de kruitfabriek van Corvilain.
 
Op 6 september 1889 werd Antwerpen even voor twee uur ‘s namiddags opgeschrikt door een enorme knal. Die was te horen tot in Lier en volgens sommige getuigen zelfs tot ver in Oost-Vlaanderen en Zeeland. De knal werd veroorzaakt door een grote ontploffing in de kruitfabriek van Corvilain. In het depot van de fabriek waar zo’n 200 personen werkten, onder meer ook kinderen, werden zo’n 50 miljoen patronen bewaard. Arbeiders haalden hier kogelpatronen (kardoezen of cartouches) uit elkaar, een risicovolle bezigheid, zo zou blijken.

De fabriek bevond zich in de polders nabij Oosterweel (nu Kattendijkdok en Westkaai). In de omgeving van de dokken en langsheen de werf werden huizen zwaar beschadigd. Maar ook in de rest van de stad was er veel ravage. Schouwen en daken werden van huizen gerukt, ruiten sneuvelden,  bloempotten van vensterbanken gestoten, enz. Ook de grote glasramen van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal werden zwaar beschadigd. De ziekenhuizen werden overspoeld met gewonden die op hand- en hondenkarren werden aangevoerd. Men besefte niet meteen wat de oorzaak was, zo wijdverspreid was de schade.

© Stadsarchief Antwerpen, Felixarchief.
Een desolate vlakte is wat overblijft van de plaats waar de kruit- en kardoezenfabriek Corvilain eens stond. Op de achtergrond vaart een zeilstoomschip voorbij.
© Stadsarchief Antwerpen, Felixarchief. Huizen verwoest door de ontploffing.

Door de ontploffing vatten even later ook de petroleummagazijnen van de stad vuur. 45.000 petroleumvaten en de petroleuminstallaties van Rieth & Co gingen in vlammen op. De witte rook boven de stad werd zwart en verduisterde de zon. Van overal stroomden nieuwsgierigen toe.

Het vuur op de petroleumdokken brandde nog dagen door en zette op een bepaald moment zo’n 10 hectare in lichterlaaie. De brandweer was machteloos. Na deze ramp besliste het stadsbestuur om alle petroleumgerelateerde industrie te verplaatsen naar Petroleum-Zuid, een uitgestrekt bedrijventerrein in de buurt van Hoboken.
 
In de maanden na de ramp ontstond er een illegale handel in de patronen die door de ontploffing tot in de wijde omgeving waren rondgeslingerd. Zogenaamde ‘kardoezenrapers’ raapten ze op om te verkopen, wat veel geld opbracht omdat de patronen uit lood en koper bestonden. Dat was echter verboden. Tientallen processen tegen de kardoezenrapers volgden.
 
Het aantal gewonden en doden was groot. Het officiële dodentol bedroeg 95. In de doodsoorzakenregisters konden we momenteel zo’n 59 slachtoffers identificeren, waaronder 32 vrouwen en 27 mannen. Ongetwijfeld zijn er nog slachtoffers in de registers vermeld, maar hun identiteit konden we niet meteen achterhalen. Zowat alle slachtoffers werden teruggevonden in de Ferdinandus Polder of in de Kempische vaart. De meesten stierven onmiddellijk na de ramp ten gevolge van brandwonden (brûlures). Enkelen werden verpletterd door instortende gebouwen (écrasement). Het merendeel van de slachtoffers waren jonge, ongehuwde arbeidsters.

Leeftijdsstructuur van de slachtoffers van de ontploffing.

Op het Schoonselhof staat een monument voor de slachtoffers. Eigenaar Joseph Corvilain werd verantwoordelijk gesteld voor de ramp en werd wegens nalatigheid veroordeeld tot een celstraf van 5 jaar.

© Stadsarchief, Felixarchief. De lijken van slachtoffers van de ramp in het gasthuis.

Meer lezen:

  • “Afgrijzelijke ramp van Antwerpen, ontploffing van eene kardoesfabriek, ontelbare slachtoffers, honderden dooden, brand der petrooldokken”, bijvoegsel van ’t Weekblad, 14 september 1889, nr. 37.
  • Nauwelaerts M., Schoups I., Pottier W. Et. al., 6 september 1889. Corvilain vliegt de lucht in. Waanders Uitgevers, 2007.
  • Tombeur Damien, “‘Het was om ze te verkopen voor eenighe centjes’. De diefstallen in de nasleep van de Corvilain ramp”. In Historiant 2018-6, Jaarboek voor Antwerpse Geschiedenis, pp. 29-49.
  • Herwijn Ludo, Uitvliegen, 2020. (Roman over de ramp in de kruitfabriek van Corvilain).
  • Vandersteen Willy, “De ramp van Corvilain”, in Robert en Bertrand, nr. 21, 1977.