• Berichtcategorie:Opmerkelijk

Onze vrijwilligers voeren momenteel de geboorteakten in van alle personen geboren in Antwerpen tijdens de jaren 1861-1920. Die gegevens zijn nuttig voor het onderzoek naar kindersterfte. De geboorteakten bevatten namelijk het adres en de beroepen van de ouders. Die factoren hadden impact op de overlevingskansen van een pasgeborene. Ook de relatie tussen beide ouders en, als gevolg daarvan, het wettelijk statuut waarin het kind geboren werd, speelden een rol.  Maar welke statuten waren er en hoe weerspiegelden zij de vaak complexe realiteit?

Wettelijke statuut

In de geboorteaken wordt een onderscheid gemaakt tussen wettige kinderen en onwettige kinderen. Wettige kinderen zijn kinderen die geboren worden binnen een wettig huwelijk. Vader en moeder van het kind zijn in dit geval gehuwd en wonen officieel samen op hetzelfde adres. Onwettige kinderen, ook wel natuurlijke kinderen genoemd, zijn kinderen die buiten het huwelijk geboren worden. In sommige gevallen wonen de vader en moeder van deze kinderen samen maar hebben zij (nog) geen huwelijk afgesloten, in andere gevallen gaat het om een alleenstaande moeder, of kinderen geboren uit overspelige of incestueuze relaties.

Vandaag is er geen wettelijk verschil meer tussen kinderen die binnen of buiten het huwelijk geboren worden. Alle kinderen hebben eenzelfde wettelijk statuut, al is het nog niet zo lang geleden dat daar verandering in kwam.

Wettelijke en onwettelijke kinderen

De afstammingswetgeving in België is gebaseerd op het Franse burgerlijk wetboek uit 1804. Huwelijk en afstamming zijn daarin nauw met elkaar verbonden. Het huwelijk functioneerde als een soort garantie dat de kinderen die eruit werden geboren, toebehoorden aan de echtgenoot. Onder dit regime was de vrouw gehoorzaamheid verschuldigd aan haar echtgenoot. De echtgenoot had op zijn beurt verplichtingen naar zijn gezin. Als pater familias, goede huisvader, was hij verantwoordelijk voor de goede zorgen voor zijn nageslacht. Dit systeem gaf enkele voordelen: het bood een zekere vaderschapsgarantie voor de man en de getrouwde vrouw was beschermd tegen het verlaten worden door de vader van haar kind. De echtgenoot kon bijna nooit het vaderschap van een kind van zijn vrouw betwisten, hij had haar maar beter moeten controleren.

Gehuwde mannen konden wettelijk bovendien geen kinderen erkennen die buiten hun huwelijk waren verwerkt, zelfs indien zij dit zelf wilden. Vrouwen die zwanger werden van een gehuwde man baarden dus per definitie onwettige of natuurlijke kinderen. In de Antwerpse geboorteregisters vallen bijvoorbeeld de vele ongehuwde dienstmeiden met onwettige kinderen op.

Geboorteakten Antwerpen 1883, akte nr. 277: onwettige zoon van een dienstmeid

Juridische discriminatie van onwettige kinderen

Kinderen geboren buiten het huwelijk werden op meerdere vlakken gediscrimineerd. De wettelijke band tussen deze kinderen en hun biologische familie lag niet automatisch vast, in tegenstelling tot wettelijke kinderen. De geboorteakte van een onwettelijk kind legde geen verwantschap vast tussen dit kind en de moeder, zoals dat wel gebeurde in de geboorteakten van wettelijke kinderen. De vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte was immers niet helemaal zeker, aangezien die door getuigen in afwezigheid van vader en moeder aan de ambtenaren van de Burgerlijke Stand waren meegedeeld. Moeders dienden hun onwettelijke kinderen expliciet te erkennen om de verwantschap officieel te bekrachtigen. Daarom komt het in de geboorteregisters geregeld voor dat de moeders hun eigen kinderen erkenden, soms vele jaren na de geboorte.

Geboorteakten Antwerpen, 1869, akte 1845. In de kantlijn staat de aanwijzing dat de moeder haar kind erkend.

Een tweede discriminatie bestond erin dat natuurlijke kinderen enkel konden erven van hun ouders als zij expliciet door die ouders werden erkend. Bastaarden, zoals deze kinderen ook werden genoemd, hadden namelijk geen erfrecht: “Batard ne succède point”.  Zij konden bovendien niet erven van hun grootouders, zelfs na de erkenning.

Vele onwettig geboren kinderen werden alsnog erkend en gewettigd via een huwelijk, soms door hun biologische vader, soms door de nieuwe man van hun moeder. In deze gevallen zien we in de kantlijn van de geboorteakte het aktenummer en jaar van de huwelijksakte, met de naam van de man die de wettelijke vader van het kind werd.

Houding ten aanzien van natuurlijke/bastaardkinderen

Het algemene beeld is dat er een groot sociaal stigma was ten aanzien van zogenaamde bastaardkinderen. Omdat ze buiten het huwelijk werden geboren, werden ze ook wel kinderen van de zonde genoemd. Onwettige kinderen vielen niet onder de wettelijke bescherming van hun kernfamilie. Dit maakte hun sociale en economische positie uiterst precair en had grote gevolgen voor de manier waarop er in de praktijk voor hen werd gezorgd. In de historische literatuur is er weliswaar debat over hoe zwaar dit stigma woog. De plaats waar men woonde, de specifieke context van de buitenechtelijke geboorte en de tijdsgeest beïnvloedden de positie van de ongehuwde moeder en haar kind. 

Historica Griet Vermeesch onderzocht de positie van moeders van onwettige kinderen in Antwerpen tijdens de achttiende eeuw. Zij komt tot de conclusie dat er heel diverse ervaringen bestonden. Veel alleenstaande vrouwen vonden hun weg naar de autoriteiten in een strijd om erkenning van het vaderschap. Ze konden daarbij rekenen op de steun van lokale instellingen voor armenzorg en familiale netwerken.  Aan het einde van de achttiende eeuw was er echter een kentering. Vanaf dat moment wonnen vaders steevast hun aanklacht tegen de vrouwen die hen aanduidden als de vaders van hun kinderen. Zij werden in groeiende mate gezien als slachtoffers van vrouwen die valse verklaringen aflegden. Vermeesch vermoedt dat een veranderende mentaliteit in de Verlichting hieraan ten grondslag ligt.

De aanklacht door William Hogarth, c.1729. (National Gallery of Ireland.)
Een jonge vrouw verklaart valselijk dat een oude, rijke man de vader is van haar kind, terwijl de echte vader haar advies influistert.

Op grotere schaal is er op dat moment ook meer aan de hand. Tijdens de late achttiende eeuw en vroege negentiende eeuw was er een grote stijging in het aantal buitenechtelijke kinderen in West-Europa. Edward Shorter sprak in dit verband van een seksuele revolutie waarbij de jongere generatie zich actief verzette tegen de restrictieve moraal van voorgaande generaties wat betreft voorhuwelijkse betrekkingen. Historici wijzen op de belangrijke rol van wijzigende sociaaleconomische omstandigheden. Zo komen buitenechtelijke kinderen meer voor in regio’s die gekenmerkt worden door lossere arbeidsverbanden en waar er een grotere armoedekloof is. Ook wanneer de huwelijkskansen van de lagere klassen beperkt waren omwille van een gebrek aan middelen kwamen meer buitenechtelijke kinderen ter wereld.

Nochtans vond de Engelse historica Kate Gibson dat natuurlijke kinderen in alle sociale groepen voorkwamen. De stempel van bastaard had volgens haar vooral op jongens een negatieve impact in het Verenigd Koninkrijk. In de rijkere klassen bijvoorbeeld, werden de jongen naar minder prestigieuze scholen gestuurd, waardoor ze uitgesloten werden van belangrijke netwerken die hun positie in de maatschappij konden verzekeren. Het stigma werd ook vastgelegd in de strakke etiquette. Zo was het binnen de Engelse adel bijvoorbeeld de gewoonte dat men kamers binnenkwam en verliet in de volgorde van de sociale rang. Daarbij kwamen de buitenechtelijke kinderen laatst, een constante herinnering aan hun minderwaardige positie.

In België kan een meer genuanceerd beeld geschetst worden. Onderzoeker Jan Van Bavel vond dat vrouwen in de negentiende eeuw bewust zwanger werden, net om een huwelijk te kunnen afdwingen. Vaak werd er kort na de bevalling alsnog een huwelijk voortrokken, waarschijnlijk met de biologische vader. In Vlaanderen waren deze zogenaamde voorkinderen geen uitzondering. Voorhuwelijkse seksuele betrekkingen waren geen taboe in een maatschappij waar huwelijken vaak werden uitgesteld tot er voldoende middelen waren vergaard. Er is bovendien niet veel bewijs dat ongetrouwde moeders werden verstoten door familie en vrienden. De meerderheid onder hen bleef in het geboortedorp bij familie wonen. De ongetrouwde moeder was waarschijnlijk (deels) afhankelijk van de hulp van het familiale netwerk.

De verschoppeling (The Outcast) door Richard Redgrave, 1851. Olie op doek (Royal Academy of Arts)

Maar afhankelijk van streek tot streek kon het buitenechtelijk kind een grotere impact hebben op het leven van de moeder. Ze kon verstoten worden door haar familie, haar kansen op een huwelijk konden erdoor worden geruïneerd en ze kon in armoede terechtkomen. De Engelse historicus Peter Laslett constateerde dat een groot deel van de onwettige kinderen verwekt werden binnen dezelfde families. Zo hadden sommige groepen of families lak aan de voorschriften die seks voor het huwelijk afkeurden en ontstonden onwettige dynastieën.

De emancipatie van onwettige kinderen

Aan de discriminatie van buitenechtelijke kinderen kwam slechts een einde in 1987, toen het burgerlijk wetboek werd aangepast ten gevolge van de zaak Marckx. In 1973 werd de Antwerpse Paula Marckx een bewust ongehuwde moeder. Haar kind, Alexandra Marckx, werd dus een buitenechtelijk kind en had daardoor niet dezelfde rechten als een kind geboren binnen het huwelijk. Om wederzijdse wettelijke rechten tussen haar kind en haarzelf te verkrijgen, diende Marckx haar dochter expliciet wettelijk te erkennen. Zelfs na de officiële erkenning en adoptie van haar eigen kind, kon Alexandra niet erven van haar grootvader aan moeders kant. Marckx besloot deze situatie aan te vechten bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Het hof gaf haar in 1979 gelijk en veroordeelde België in het baanbrekende ‘arrest Marckx’. Het arrest zou vergaande gevolgen hebben: niet alleen België moest het discriminerende onderscheid tussen wettige en onwettige kinderen opheffen, ook alle andere landen die het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens hadden getekend.

Vandaag zijn er geen juridische verschillen meer tussen kinderen geboren binnen of buiten het huwelijk. Aan de hand van de databank van S.O.S. Antwerpen zullen onderzoekers kunnen nagaan in welke graad de wettelijke status van het kind in het verleden impact had op de overlevingskansen.

Bibliografie

  • De Langhe, Sofie, Mechant, Maja en Devos, Isabelle. “Regionale verschillen in het leven van ongehuwde moeders op het platteland in de Zuidelijke Nederlanden, 1730-1846.” Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis 8 (1), 2011: 2-28.
  • Evans, Tanya. Unfortunate objects. Lone mothers in eighteenth-century London. New York, 2005.
  • Gibson, Kate. Illegitimacy, Family, and Stigma in England, 1660-1834. Oxford University Press, 2022.
  • Pandectes belges, deel 4
  • Shorter, Edward. “Illegitimacy, Sexual Revolution, and Social Change in Modern Europe.” In The Journal of Interdisciplinary History 2, nr. 2 (1971): 237–72. https://doi.org/10.2307/202844.
  • Swennen, Frederik. Gezins-en familierecht in kort bestek. Intersentia, Antwerpen, 2005.
  • Van Bavel, Jan. “Family control, bridal pregnancy, and illegitimacy – An event history analysis in Leuven, Belgium, 1846-1856”, in Social Science History 25:3 (2001): 449-479.