Een drieling geboren in de Schuitstraat

In maart 1903 werd in het Andrieskwartier ten huize van Ferdinandus Matthyssens en zijn vrouw Cornelia Caus, woonachtig aan de Schuitstraat 86, een drieling geboren. Dat dat een uitzonderlijke gebeurtenis was, leren we uit de kranten van die tijd. Maar hoe bijzonder was een drieling vroeger? En wat waren de overlevingskansen van de drieling uit de Schuitstraat? Vrijwilliger Jaap Haasnoot zocht het voor ons uit.

0 Reacties
Een drieling geboren in de Schuitstraat
Zeldzame foto van een drieling uit de negentiende eeuw, Delano drieling,  1868 (© Fotograaf: Baxter & Adams, Chelsea, MA) 

Op zoek naar de Joodse familie Landau

Vrijwilliger Arlet Billiau’s nieuwsgierigheid werd geprikkeld toen ze een geboorteakte aantrof met een niet geregistreerde moeder. Haar zoektocht naar deze vrouw groeide uit tot een heuse familiesage over het reilen en zeilen van een Joods gezin als immigranten in Antwerpen. We volgen hen vanaf hun mysterieuze aankomst in de late negentiende eeuw, totdat ze ongewenst opnieuw terechtkomen in Polen, het land van hun voorouders.

0 Reacties
Op zoek naar de Joodse familie Landau
Naftali Landau en Ida Blum (Felixarchief, vreemdelingendossier 968#13641)

De instorting van de magazijnen Gevers in de Gentstraat, 14 juli 1919

We merkten op dat er in juli 1919 een sterke stijging van het aantal overlijdens was. Eerst verdachten we de Spaanse griep, maar bij nader onderzoek leek de oorzaak te liggen bij een ongeval. Op maandag 14 juli vielen door een instorting van een magazijn in de Gentstraat verschillende doden en vermisten te betreuren. De instorting In de kranten werd het ongeval uitgebreid beschreven. Om 10u30 sloeg het noodlot toe, zo lezen we in de Gazet van Antwerpen van 15…

0 Reacties
De instorting van de magazijnen Gevers in de Gentstraat, 14 juli 1919
Havenactiviteit in de Vlaamse- en Waalsekaai, Antwerpen 1918. (©Felixarchief, Stadsarchief Antwerpen, nr. PB#2223)

Wettige versus onwettige kinderen, het lot van de kinderen van de zonde

Onze vrijwilligers voeren momenteel de geboorteakten in van alle personen geboren in Antwerpen tijdens de jaren 1820-1920. Die gegevens zijn nuttig voor het onderzoek naar kindersterfte. De geboorteakten bevatten namelijk het adres en de beroepen van de ouders. Die factoren hadden impact op de overlevingskansen van een pasgeborene. Ook de relatie tussen beide ouders en, als gevolg daarvan, het wettelijk statuut waarin het kind geboren werd, speelden een rol.  Maar welke statuten waren er en hoe weerspiegelden zij de vaak complexe realiteit?

0 Reacties
Wettige versus onwettige kinderen, het lot van de kinderen van de zonde
De verschoppeling (The Outcast) door Richard Redgrave, 1851. Olie op doek (© Royal Academy of Arts)

Het medische beroepsgeheim en de doodsoorzakenregistratie

In België startte men in 1851 officieel met het registreren van doodsoorzaken. In praktijk gebeurde dit doorgaans door ambtenaren van de burgerlijke stand of door veldwachters die zich baseerden op getuigenissen van familieleden en kennissen van de overledenen. Dit leidde tot een ondermaatse kwaliteit van de registratie. Om correcte medische informatie uit de doodsoorzakenregistratie te kunnen afleiden, was een betere, meer wetenschappelijke aanpak nodig. Vanuit de medische wereld kwam de oproep om de doodsoorzaken enkel te laten registreren en verifiëren…

0 Reacties