• Berichtcategorie:Opmerkelijk

De doodsoorzakenregisters zijn niet zelden getuige van drama’s. Vrijwilliger Jeannette Koops kwam het trieste verhaal op het spoor van een dubbel overlijden in de Breydelstraat in 1889. Ze neemt ons mee in haar zoektocht.

Auteur: Jeannette Koops

2342 aktes controleren en aanvullen in Excel. Straatnamen invoeren, geboorteplaatsen, beroepen… Ik wandel in gedachten door mijn stad in 1889. Niet altijd, soms is het automatische piloot aan en gegevens controleren en aanvullen. Op die momenten verlies ik uit het oog dat achter ieder sterfgeval verdriet zit. Een moeder die haar doodgeboren kindje niet kan zien opgroeien, mensen die sterven aan de gevolgen van tuberculose, bronchitis, roodvonk… al die aandoeningen waar tegenwoordig behandelingen voor zijn. Soms krijgt mijn nieuwsgierigheid de overhand en ga ik zoeken naar de mensen achter het nummer. Het aanvullen valt stil en Het Handelsblad wordt uitgeplozen.

Een dubbel overlijden

Op 29 juli 1889 werd het overlijden aangegeven van Anna Goëtsch, een Pruisische die overleed in de Breydelstraat 28. Ze was getrouwd met een eveneens uit Pruisen afkomstige veertigjarige werktuigkundige. De aangifte werd gedaan door twee agenten van politie. De akte daaropvolgend meldt het overlijden van de werktuigkundige, Gustave Crusius. Hij werd dood aangetroffen in diezelfde woning en het overlijden werd aangegeven door dezelfde twee agenten. Wat was daar gebeurd?

De Gemeentestraat vanaf de Breydelstraat rond 1890.
(© Felixarchief, stadsarchief Antwerpen, nr. FOTO-OF#5598)

Was er sprake van een koolmonoxidevergiftiging? Nee. We schrijven eind juli en op de Meirbrug werd die dag een maximumtemperatuur van 18.2°C gemeten door de opticien Aghte. Deze man had in 1885 een vergunning aangevraagd voor het plaatsen van een barometer aan zijn gevel. Er kan dus gevoeglijk uitgegaan worden van de correctheid van zijn waarnemingen.

Weerkundige waarnemingen op basis van de barometer van opticien Aghte, Het Handelsblad, 24 juli, 1889

Het doodsoorzakenregister biedt meer duidelijkheid, Anna overleed ten gevolge van ‘meurtre’(moord). De werktuigkundige Crusius kwam door ‘suicide’ (zelfmoord) om het leven.

Een drama

Onder de kop ‘Een drama’ schrijft Het Handelsblad van 27 juli 1889 op de voorpagina het volgende:

“Wij meldden over eenige dagen dat eene vrouw, wonende in de Breydelstraat, zich uit wanhoop verhangen had, nadat zij eene groote som geld had verloren en door eene verlamming in den arm, tot werken onbekwaam was gemaakt. Dit treurige drama heeft thans een heel ander aanzien gekregen.

De man der ongelukkige, zekere K…., geboren te Leipzig, schreef eenen brief naar zijne ouders om hen te melden wat er gebeurd was. Hij verhaalde namelijk dat hij zijne vrouw had verwurgd en daarna opgehangen. Deze brief bracht hij naar den predikant der duitsch-protestansche kerk, opdat deze hem na lezing op zijn bestemming zou doen toekomen.

Zoodra de dominé uit den brief vernam wat er gebeurd was, verwittigde hij de policie. Gisteren kwamen de agenten in de woning van K. om hem te verzoeken naar het policiebureel te komen. Toen hij de policie zag, nam hij een revolver en schoot zich een kogel in het hart. Hij viel morsdood neer.”

Zelfmoord door Edouard Manet, ca. 1877 (© The Bridgeman Art Library, Object 593052)

Wat volgde was een zoektocht in de ‘over eenige dagen’ edities van Het Handelsblad. In de editie van 25 juli stond een kort bericht over Anna. Zij had zich verhangen op de zolderkamer van haar woning aan het slot van het venster, volgens haar echtgenoot ontroostbaar over een verlamming in haar arm die haar belette te werken en over het verlies van 7200 fr. Nu was dat voor die tijd een aanzienlijk bedrag, wetende dat in 1886 een Antwerpse dokwerker in vaste dienst 3 frank per dag verdiende.

“Zelfmoord”, in Het Handelsblad, 25 juli 1889.

Gustave en Anna maakten deel uit van de Duitse gemeenschap die, na de Nederlandse, de grootste migrantengemeenschap was in Antwerpen. Volgens het vreemdelingenregister kwamen Gustave en Anna voor het eerst naar België in 1885. Na een verblijf in Berchem, installeerden ze zich in de Ruisbroeckstraat. Ergens tussen 1885 en 1888 trok het koppel terug naar Duitsland, waar Gustave als cabaretier aan de slag ging. Eind oktober 1888 keerden ze terug naar Antwerpen en installeerden ze zich in de Rue de Change (huidige Wisselstraat) nr. 4. Later belandden ze in de Breydelstraat.

De Duitse gemeenschap in Antwerpen was erg zichtbaar. Vele machtige families waren van Duitse afkomst (Kreglinger, Nottebohm, Lemme…). Naast de vele Duitse hotels, estaminets en winkels (zoals warenhuisketen Les Magasins Tiets, de voorloper van Innovation) waren er ook Duitse kerken. De Duits-Protestantse kerk waar Gustave zijn brief afgaf, was hoogst waarschijnlijk “De Brabantse Olijfberg”, gelegen in de Lange Winkelstraat 5.

Protestantse kerk de Brabantse Olijfberg (© Wikimedia Commons)

Wat dreef de man tot zo’n daad?

Wat dreef de man tot zo’n daad? De koelbloedigheid ook (of was het wanhoop?) van Crusius om na het wurgen van zijn vrouw haar op de zolderkamer op te hangen. Wat schreef hij in de brief aan zijn ouders. Had hij spijt? Hoopte hij op vergeving door de brief aan de dominee te geven? Maar ook, waarom had de man een revolver in huis? Immers, de Breydelstraat, een zijstraat van de Keyserlei, was in die tijd een levendige buurt met hotels, cafés, eethuizen en cinema’s. Geen ongure buurt waar dagelijks ongeregeldheden voorkwamen. Een revolver behoorde ook niet tot de standaarduitrusting van een werktuigkundige. Het zijn vragen waarop geen antwoorden meer zullen komen want, dixit Het Handelsblad, ‘Hij viel morsdood neer’.

Ik ga maar verder controleren en aanvullen.

Bronnen en meer lezen