• Berichtcategorie:Opmerkelijk

We merkten op dat er in juli 1919 een sterke stijging van het aantal overlijdens was. Eerst verdachten we de Spaanse griep, maar bij nader onderzoek leek de oorzaak te liggen bij een ongeval. Op maandag 14 juli vielen door een instorting van een magazijn in de Gentstraat verschillende doden en vermisten te betreuren.

De instorting

In de kranten werd het ongeval uitgebreid beschreven. Om 10u30 sloeg het noodlot toe, zo lezen we in de Gazet van Antwerpen van 15 juli. Plots stortte de gevel in van een groot magazijn in de Gentstraat, nabij de voormalige Zuiderdokken. Het was een gebouw van maar liefst vijf verdiepingen met een straatlengte van 25 meter. Ooit was het de raffinaderij van “La Tirlemontoise”, de Tiense suikerproducent, maar op het moment van de ramp werd het gebouw verhuurd aan de heer Gevers die het zelf onderverhuurde aan verschillende andere bedrijven en particulieren die het gebruikten als opslagruimte voor voedingswaren. Het was tot de nok gevuld met kazen, spek, vaten reuzel en zakken suiker. Op het moment dat het gebouw instortte, bevatte het een paar miljoen kilogram aan levensmiddelen.

Zuiderdokken, Vlaamse- en Waalsekaai, Antwerpen 1918. Vandaag zijn deze dokken gedempt en bevindt er zich het nieuw aangelegde Zuidpark. (©Felixarchief, Stadsarchief Antwerpen, nr. PB#2223)

Tijdens de oorlogsjaren had het magazijn dienstgedaan als opslagruimte en verdeelpunt voor de voedingswaren van het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit, de organisatie die instond de verdeling van voedselhulp aan behoeftigen. Op het moment van de ramp was het gelijkvloers van het magazijn nog gerekwireerd door het Belgische leger dat er de voedselvoorraden bewaarde voor de soldaten en krijgsgevangenen. Sinds de wapenstilstand op 11 november 1918 had België ongeveer 19.000 Duitse soldaten gevangenen genomen en tewerkgesteld in militaire eenheden. Een deel van de Duitse krijgsgevangenen was gestationeerd in het Hessenhuis in Antwerpen. Enkelen werkten in het pakhuis onder toezicht van Belgische soldaten op het moment van de ramp.

Reddingswerken

Toen het gebouw tegen de grond ging, kwamen de arbeiders en militairen die in de omringende pakhuizen aan het werk waren toesnellen. Ook het leger en de brandweer waren binnen enkele minuten ter plaatse. De straat werd afgezet voor de massa nieuwsgierige Antwerpenaren die op de grote stofwolk was afgekomen.  Heel snel werd de straat vrijgemaakt. Meteen werden enkele doden aangetroffen, maar ook negen gewonden werden van onder het puin bevrijd. Deze werden overgebracht naar het Verbandhuis van de Waalse kaai voor de eerste zorgen.

Verbandpost Zuid, 1903 (©Felixarchief, Stadsarchief Antwerpen, nr. FOTO-OF#607)

Door de vele voedingswaren en de metalen structuur van het gebouw verliepen de reddingswerken erg moeizaam. Er moest ook erg voorzichtig te werk worden gegaan om geen nieuwe instortingen te veroorzaken. Op maandagavond werd nog een jonge Duitse krijgsgevangene met lichte verwondingen gered via van een tunnel, een wonder gezien de staat van het gebouw. ‘De Schelde’ meldde op 15 juli dat er nog drank en voedsel via een tunnel werd bezorgd aan een kreunende man, maar op 17 juli schrijft dezelfde krant dat hij niet meer hoorbaar was.  

De slachtoffers

Als we de kranten ten tijde van de ramp naast de doodsoorzakenregisters leggen, krijgen we zicht op de slachtoffers. Onder hen bevonden zich diverse dokwerkers die voor de ‘Noordnatie’ werkten (in de Antwerpse haven verzorgden de naties het vervoer van de goederen tussen de kade en de magazijnen of pakhuizen).

Vijf natiewerkers kwamen om het leven:

  • Gillis Alphonsus Van Geert: fabriekwerker, gehuwd. Doodsoorzaak: “lésions internes, fractures jambe droite, et bras droit amputation” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2665);
  • Aloys Jozef Sterckx: fabriekwerker, gehuwd. Doodsoorzaak: “fractures compliques des membres inférieures” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2666);
  • Camillus Franciscus Vercauteren: dokwerker, gehuwd, 36 jaar. Doodsoorzaak: “Victimes de l’éboulement des magazins Gevers de la Rue de Gand” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2682);
  • Romain Alphons Joannes Slabbaert: dokwerker, ongehuwd, 33 jaar. Doodsoorzaak: “Victimes de l’éboulement des magazins Gevers de la Rue de Gand” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2683).
  • Oscar Theodoor Van Lent: dokwerker, gehuwd, 30 jaar. Doodsoorzaak: “gehele verplettering” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2702).

De meesten van de dokwerkers waren afkomstig uit Lokeren en kregen daar een eervolle begrafenis. 

August Joseph Samdrap, een 57-jarige brigadier bij de toldienst, was volgens getuigen pas het gebouw binnengestapt toen het instortte. (Doodsoorzaak: “éboulement d’un magazin”. Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2673). Ook de veertienjarige Augustus Albertus Baeye was op de slechte plaats op het slechte moment. De jongen kwam net voorbij het magazijn gewandeld. Hij was op de terugtocht van een middag in het zwemdok. Zijn kameraad kon nog net op tijd wegspringen; maar Albert werd bedolven onder het puin en overleed kort nadien aan zijn verwondingen. (Doodsoorzaak: “wonden”. Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2678).

Onder de slachtoffers bevonden zich de krijgsgevangen die werkzaam waren op het gelijkvloers. Van de twaalf aanwezige Duitsers kwamen er zes om het leven. Het waren:

  • Joseph Bock: Duitse soldaat, gehuwd, 23 jaar. Doodsoorzaak: “fracture crane et bras gauche, écrasement bassin” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2693);
  • Henri Rathert: Duitse soldaat, ongehuwd, 30 jaar. Doodsoorzaak: “fracture crane, écrasement cage thoracique” (schedelbreuk, verplettering borstkas). (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2694);
  • Gustav Otte: Duitse soldaat, ongehuwd, 33 jaar. Doodsoorzaak: “fracture du crane, effondrement des magazin Gevers”. (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2752);
  • Mathias Kastl: Duitse soldaat, 29 jaar, “fracture du crane” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2779);
  • Wilhelm Wanrok: Duitse soldaat, 27 jaar. Doodsoorzaak: “fracture du crane, effondrement des magazins Gevers” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2796);
  • Wilhelm Vogl: Duitse soldaat, 31 jaar. Doodsoorzaak: “fracture du crane, effondrement des magazins Gevers” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2979).

Ze werden begraven op het militaire perk van het Schoonselhof.

Ook twee Belgische soldaten die hen bewaakten, konden het gebouw niet tijdig ontvluchten:

  • Albertus Gillianis: Belgische soldaat, gehuwd, 31 jaar. Doodsoorzaak: “écrasement de la tête et de la cage thoracique, effondrement magazin” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2691);
  • Joannes Baptista Baumans: Belgische soldaat, ongehuwd, 24 jaar. Doodsoorzaak: “contusion de la tête, écrasement de la cage thoracique, effondrement de magazin” (Doodsoorzakenregister 1919, nr. 2692).

Daarmee kwam het dodental van deze vergeten ramp op 15 personen.

Bibliografie

  • ‘Schrikkelijke ramp in de Gentstraat, Antwerpen. Een magazijn ingestort’. De Gazet van Antwerpen, 16 juli 1919, pagina 2.
  • Doodsoorzakenregister Antwerpen 1919, Felixarchief, Stadsarchief Antwerpen.
  • ‘Schrikkelijke ramp in de Gentstraat’, De Schelde, 15 juli 1919, p. 1.
  • ‘Een stapelhuis is ingestort’, Het Volk, 16 juli 1919, p. 2
  • ‘De ramp der Gentstraat’, De Schelde, 17 juli 1919, p. 1.