Op het lanceringsevent van de databank op 22 april 2025 verkende doctoraatsstudent Tom Hacha met ons de oorzaken van de torenhoge kindersterfte in Antwerpen.
Dat de kindersterfte erg hoog was in 19de-eeuws Antwerpen kon iedereen die meewerkte aan ons project vaststellen. We zagen dat bijna één derde van de overlijdens in de databank kinderen en zuigelingen onder de 5 jaar oud betrof.

De 19de eeuw was inderdaad een gevaarlijke tijd om kind te zijn. De hoge kindersterfte was geen lokaal fenomeen maar zien we ook in andere landen. De oorzaken zijn divers: het virus dat roodvonk veroorzaakte werd in deze periode erg virulent, pokkenvaccinaties waren weinig populair en de snelle verstedelijking leidde tot overbevolking en onhygiënische woon- en leefomstandigheden. Dit was een ideale voedingsbodem voor ziekten zoals cholera, mazelen en tuberculose.
In de jaren 1840 was in sommige jaren bijna 40% van de Antwerpenaren op een bepaald moment afhankelijk van de stedelijke armenzorg; een kwart van hen kreeg die hulp permanent.

Uit de SOSA-databank leerde Tom dat een geleidelijke daling van de kindersterfte in Antwerpen zich inzette vanaf de jaren 1870, een decennium eerder dan in de rest van België. Opnieuw gaan we op zoek naar de verklarende factoren. Het is een tijd waarin de stad gesaneerd werd, waarin er meer aandacht kwam voor hygiëne en de medische sector professionaliseerde. Door de beperkte medische kennis waren vele maatregelen maar beperkt efficiënt.
Tom toont dat het verhaal complex is. Kinderen van verschillende leeftijden zijn kwetsbaar voor verschillende ziekten: zo treffen diarree, mazelen en kinkhoest vooral de allerjongsten, en werden iets oudere kinderen vaker slachtoffer van roodvonk en cholera. Elke doodsoorzakengroep droeg bij aan de daling van de kindersterfte aan het einde van de 19de eeuw, maar de snelheid en het tijdstip waarop ze daalden verschilde van ziekte tot ziekte. Dat kunnen we zien op de onderstaande grafiek.

Terwijl ziekten als cholera, pokken en kroep tegen het einde van de 19de eeuw gaandeweg aan belang verloren, bleven anderen, o.a. als difterie, mazelen en longontstekingen in de 20ste eeuw nog veel jonge slachtoffers eisen. Een laatste sterftepiek voor kinderen was er in de Eerste Wereldoorlog. Toen maakten de mazelen en longontstekingen heel veel jonge slachtoffers. Nadien zette de verbetering van de levensverwachting van jonge kinderen zich verder door.
De slides van Toms presentatie kunnen jullie hier herbekijken.