Eind december 2020 startte België met de vaccinatiecampagne tegen covid-19. Dat is een dikke twee eeuwen nadat het allereerste vaccin werd toegediend. Toen ging het om de pokken, de enige ziekte waartegen al in de negentiende eeuw een vaccin was ontwikkeld dat in Europa op grote schaal werd toegediend. Voor andere infectieziekten gebeurde dat pas vanaf de jaren 1950-60.  In het Antwerpse doodsoorzakenregister vinden we de ziekte vooral terug onder de benamingen (kinder)pokken, pokskens of het Franse variole of vérole.

Pokken is een zeer besmettelijke ziekte die door het variolavirus wordt verspreid en via de lucht of direct contact wordt overgedragen. De ziekte is gemakkelijk herkenbaar aan de etterende huiduitslag. Tot in de vroege negentiende eeuw zorgde de ziekte voor 5 tot 15 procent van alle sterfgevallen, in hoofdzaak bij kinderen. Wie de ziekte overleefde, werd voor het leven getekend door zware littekens, maar bleef wel immuun. Sinds 1980 vormt pokken de enige menselijke infectieziekte die wereldwijd is uitgeroeid. Dat is dankzij een grootschalige vaccinatiecampagne die reeds in het begin van de negentiende eeuw in Europa van start ging.

De eerste vaccinaties in onze gewesten vonden plaats begin 1800. Dit gebeurde vrij snel nadat de Britse plattelandsarts Edward Jenner in 1796 had ontdekt dat melkmeisjes wel de koepokken konden krijgen, maar niet de gevaarlijke mensenpokken. De koepokken vormden een mildere vorm van de menselijke variant en maakten deze vrouwen immuun tegen de pokken. Door gezonde mensen in te enten met koepokstof waren ze levenslang beschermd, aldus Jenner. 

Man met pokken

In België gebeurden de eerste pokkeninentingen, later vaccinatie genoemd (naar het Latijns voor koe: vacca), op initiatief van enkele chirurgijns en medische genootschappen. Via populariserende brochures en voordrachten probeerden ze de bevolking van het nut te overtuigen. In Antwerpen werd de koepokinenting geïntroduceerd door arts Louis Vrancken (1770-1853). Samen met enkele collega’s zette hij een grootscheepse inentingscampagne op het getouw waarbij kinderen gratis werden gevaccineerd.

De promotie van de koepokinenting was ook een belangrijke pijler van het gezondheidsbeleid van het verlichte Frans bestuur dat in de Hollandse en Belgische tijd werd voortgezet. Met dat doel werden lokale vaccinatiecomités opgericht. Vanaf de jaren 1807 werd de pokkeninenting op verschillende plaatsen een voorwaarde voor toegang tot het gemeentelijke onderwijs en voor steun van het armenbestuur. In 1818 werd dit uitgebreid naar de rest van de Nederlanden, inclusief een vaccinatie-registratie. De inenting kon kosteloos door een geneesheer. Aangezien er toen nog geen schoolplicht was, werd een groot deel van de kinderen echter niet bereikt. De inenting van gezonde personen wekte bovendien veel argwaan, die soms religieus gemotiveerd was.

De officiële cijfers voor de jaren 1830-60 wijzen op een vaccinatiegraad bij jonge kinderen van gemiddeld 50 procent, maar met zeer grote provinciale en lokale verschillen. Dit leidde tot nieuwe epidemieën. Zo vielen bij een pokkenopstoot in 1865 bijna 6.000 doden, en in het begin van de jaren 1870, als gevolg van de verspreiding van het virus tijdens de Franse-Duitse oorlog, 35.000 doden. Vooral de regio Antwerpen en Limburg werden toen zwaar getroffen, als gevolg van de deportatie van Franse krijgsgevangen die na de slag van Sedan, in 1870, geïnterneerd werden in de citadel van Antwerpen en het kamp van Beverlo.

De invoering van de vaccinatieplicht in Europa gebeurde in twee fasen. Beieren en Hessen kwamen in 1807 met de primeur, snel gevolgd door andere Duitse staten, Denemarken, Zweden, en in het midden van de eeuw Engeland. Na de grote pokkenepidemie in de jaren 1870 werd de vaccinatie verplicht in de meeste andere Europese landen, en tenslotte in 1903 ook in Spanje. België was, samen met Oostenrijk, het enige Europese land waar geen vaccinatieplicht werd ingevoerd. Het jonge België wilde immers zijn inwoners geen strenge regels opleggen. In 1911 werd wel een wetsontwerp voor vaccinatieplicht ingediend in het parlement, maar door verkiezingen, oorlogsomstandigheden en andere ontwikkelingen werd het pas decennia later terug opgenomen. In 1946 werd de verplichting alsnog ingevoerd, op een moment dat er geen slachtoffers meer vielen, maar vaccinatie wel noodzakelijk was om de terugkeer van de pokken te vermijden.

Meer lezen: