• Berichtcategorie:Opmerkelijk

Auteur: Martine De Wit

Het is moeilijk een oorzaak voor dat ongeluk op te geven. Het gevaar van den weg is bekend; dezelve is besloten tusschen twee grachten zonder leuningen of boomen. Sedert lang was dit gebrek aan voorzorg aangewezen; er waren zoo vele slagtoffers noodig om het gevaar te bewijzen! “

Zo luidde de commentaar in de Leeuwarder Courant van 1 mei 1829, na het vreselijk ongeluk met een diligence op 25 april 1829, even voorbij de Rode Poort, een deel van de vroegere stadsomwalling rond Antwerpen. De rijweg was op die plaats aan beide kanten omgeven door een “glacis”, dit is een schuin aflopende berm, bestaande uit aarde of stenen, en komt al dan niet uit op een gracht.

Voorbeeld van een vestingberm of glacis (Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Glacis#/media/File:Glacis.png)

Die zaterdagavond, om 20.30 uur, vertrok een diligence van de Antwerpse vervoersmaatschappij “Van Gend & Loos” met bestemming Amsterdam en ’s Gravenhage. Aan boord bevonden zich vijftien passagiers, waarvan drie op het imperiaal (dak) plaatsnamen en vooraan de conducteur die de vier paarden in goede banen moest leiden.

Amper een kwartier na hun vertrek sloeg het noodlot echter toe: de lijsten van de voorste paarden braken, waardoor de postkoets de controle verloor en in de buitengracht belandde waar het water op dat moment zo’n vijf meter hoog stond. De diligence kwam bijna volledig onder water terecht, gelukkig nog rechtopstaand, zodat de passagiers op het imperiaal via ladders konden worden gered.

De passagiers in het binnencompartiment hadden minder geluk, de deuren konden om veiligheidsredenen niet geopend worden van binnenuit en zo wachtte hen een verschrikkelijke doodsstrijd. Toegesnelde helpers die probeerden het dak met bijlen open te kappen konden niet verhinderen dat de meeste inzittenden omkwamen door verdrinking. Eén passagier had zich echter wel weten te redden door het portierraam te breken en zo uit het binnengedeelte te ontsnappen.

De eerste personen die te hulp kwamen waren een dichtbij wonende molenaar en twee militairen die net in de buurt waren. Later was ook de politie en brandweer aanwezig, maar de dokters die inderhaast werden opgetrommeld, kwamen helaas te laat om nog levende drenkelingen te redden. Uiteindelijk vielen tien slachtoffers te betreuren. Ook drie van de vier paarden overleefden het ongeluk niet. De overlijdensakten werden op 28 en 29 april geregistreerd en werpen een blik op de identiteit van de slachtoffers, het betreft mannen, vrouwen en kinderen. Er waren een aantal koopmannen, dames met hun kind die na een bezoek aan hun echtgenoot in militaire dienst naar huis terugkeerden, er was een Engelse diplomaat vergezeld van zijn knecht, die het ongeluk wél overleefde. Ten slotte waren er nog enkele reizigers in militaire dienst. Ook de conducteur, een Antwerpse man van 31 jaar, met nochtans een goede staat van dienst, overleefde het ongeluk niet. De leeftijd van de slachtoffers lag tussen zeven en 51 jaar, hoofdzakelijk jonge mensen dus. In het Antwerpse doodsoorzakenregister vindt men als doodsoorzaak bij de verongelukte personen “drinkeling” of drenkeling.

Antwerpse doodsoorzakenregister 1829, de slachtoffers van het ongeval zijn genummerd van 1 tot 10 (op de foto enkel nummer 2 tot 7).

Van de overlevenden is minder informatie bekend, maar het gehele gezelschap reizigers was wel heel divers en internationaal, de meesten waren woonachtig in de Noordelijke Nederlanden, sommigen kwamen uit Duitsland en Zwitserland.

De redders van het eerste moment, de molenaar en de twee militairen werden enkele maanden nadien gehuldigd met een zilveren medaille, met aan de ene kant de afbeelding van Koning Willem I en aan de andere kant een dankwoord voor hun “(…) moedig en menschlievend gedrag (…)” erin gegraveerd. Dergelijke beloningsmunten werden in 1817 ingevoerd door het Koninkrijk der Nederlanden en werden geslagen volgens strikte reglementeringen. De herdenkingsmunt overhandigd aan één van beide militaire helden wordt bewaard in de Koninklijk Bibliotheek te Brussel, zo blijft de herinnering aan hun heldendaad tastbaar.

Postkoetsen werden lange tijd gebruikt om briefwisseling, geld en personen te vervoeren. Ze hadden verschillende groottes en vormen, de ene was al wat comfortabeler dan de andere. Er waren open en gesloten rijtuigen, getrokken door twee of meerdere paarden. Vooraan zat de koetsier of de conducteur, soms reed een postiljon mee of een bewaker om overvallers af te schrikken. Het comfort van de postkoets werd sterk verbeterd nadat deze met veringen werd uitgerust. Dit type koetsen werd “diligences” genoemd wat verwijst naar de Franse origine, maar de woorden “postkoets en diligence” bleven door elkaar gebruikt worden.

Personenvervoer per diligence wordt alsmaar belangrijker in de 19e eeuw
Foto: Pixabay.com

In Europa was het bezorgen van briefwisseling lange tijd het monopolie van de familie Thurn & Taxis, maar later kwam de concurrentie en werden andere vervoersbedrijven opgericht die zich meer richtten op personenvervoer. De bloeitijd van de diligences situeert zich in de negentiende eeuw, dankzij de uitbreiding van het wegennetwerk met beter aangelegde wegen.

De diligence die op 25 april verongelukte was eigendom van het Antwerpse vervoersbedrijf “Van Gend & Loos”, opgericht begin negentiende eeuw. Jan Baptist Van Gend, een Antwerpenaar met een herberg-koetsiersbedrijf, huwde in 1796 met de Antwerpse Maria Loos, eigenares van de herberg “De Kroon”. Haar broer, Petrus Josephus Loos, eigenaar van een bedrijf van diligences, overleed op jonge leeftijd en men besloot om beide bedrijven samen te voegen. Zo werd in 1809 de onderneming “Van Gend & Loos” opgericht, die tot in 2003 een begrip zou blijven in de transportwereld. Enkele tientallen jaren na de oprichting krijgt het vervoer per diligence concurrentie van het opkomend vervoer per trein en binnenschip dat sneller, efficiënter en comfortabeler transport van personen en goederen aanbood. De firma “Van Gend & Loos” paste zich aan, maar werd nadien toch overgenomen door de Nederlandse Spoorwegen. Uiteindelijk, na meerdere overnames en fusies eindigde het verhaal van het in Antwerpen opgerichte vervoersbedrijf in 2003.

Een begrip in de transportwereld. (Bron: Wikipedia-Van Gend & Loos)

Van de plaats waar het ongeluk op die noodlottige avond in 1829 plaatsvond, nl. de grachten aan de buitenste vestingmuren voorbij de Rode Poort, blijft niet veel meer over dan wat archeologische opgravingen. Men kan zich enkel nog inbeelden hoe het toen moet zijn geweest, maar als u in de buurt wandelt, denk dan eventjes aan het vreselijk drama dat zich daar bijna 200 jaar geleden heeft afgespeeld…

Bronnen

  • “Antwerpen den 26 april », Leeuwarder Courant, 1 mei 1829, p. 1. (geraadpleegd 23.11.2021. www.dekrantvantoen.nl)
  • Middelburgsche Courant, 30 april 1829, p. 1; Middelburgsche courant 2 mei 1829, p. 1 ; Goessche Courant, 1 mei 1829, p. 2; Goessche Courant, 4 mei 1829 p. 2; Zierikzeesche Courant 1 mei 1829, p. 1; Middelburgsche Courant, 18 juni 1829, p. 1; Middelburgsche Courant, 15 oktober 1829, p. 1 (geraadpleegd 23.11.2021. www.krantenbankZeeland.nl).
  • “De ramp der diligencie (25 april 1829)”, Algemeen Nieuws en Advertentieblad, nr. 34, 29 april 1829, p.1. (Geraadpleegd 23.11.2021. www.avbg.be)
  • Van Gend & Loos (geraadpleegd 23.11.2021 https://nl.wikipedia.org/wiki/Van_Gend_%26_Loos
  • Overlijdensaktes slachtoffers geraadpleegd op www.Familysearch.org
  • Een interessante publicatie over beloningsmunten vindt u hier: www.kanselarijmuseum.nl / Publicaties / “Koninklijk bewijs van erkentelijkheid” (R.W.H. Biemans en H.M. Boetier). Zie ook de Bijlage p.42-KB 22 van 06 juni 1829.
  • De beloningsmunt uitgereikt aan één van de redders wordt bewaard in de Koninklijke bibliotheek, Prentenkabinet, te Brussel, met dank aan R. Biemans, Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden, voor de tip. Link: https://opac.kbr.be/LIBRARY/doc/SYRACUSE/10069040