• Berichtcategorie:Opmerkelijk

Antwerpen was vroeger, net als vandaag, een belangrijk centrum voor de ontwikkeling van creatief talent. Een Antwerpse kunstenaar die vandaag minder bekend is, is Eugène Siberdt. Vrijwilliger Peter Crombecq dook in het werk en leven van de man.

Auteur: Peter Crombecq

Eugène Siberdt

Eugène, of Eugenius Franciscus Josephus zoals het op zijn geboorteakte staat, werd op 21 april 1851 geboren in een straatje naast de huidige Boerentoren. Hij was de oudste van de vier kinderen van Jean Joseph Siberdt en Maria Francisca Heyens. Dankzij de doodsoorzakenregisters weten we dat, toen Eugène vier jaar oud was, zijn moeder stierf aan een ontsteking van de darmen. Ze was amper 34 jaar.

Portret van Eugène Siberdt (Bron: Wikimedia Commons)

De 46-jarige Jean Joseph trouwde in 1858 opnieuw met de 29-jarige Catharina Van Trier. Zij kregen samen drie kinderen. Jean Joseph overleed in 1874 op 61-jarige leeftijd aan tuberculose. Zijn echtgenote ging als winkelierster aan de slag om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien.

Op 17 april 1875 trouwde Eugène met Josephina Cilinia Aulit. Eugène en Josephina woonden van 1875 tot 1885 in de Haringrodestraat 16 en kregen er twee kinderen, Eleonora en Carolus. Het gezin was vrij welstellend en had een in huis wonende meid. In 1887 verhuisde het gezin naar de Harmoniestraat 10 waar Eugène zijn verdere leven bleef wonen.

Carrière

Toen de vierjarige Eugéne zijn tekentalent etaleerde op elk stuk papier dat hij te pakken kon krijgen, werd reeds duidelijk dat hij een uitzonderlijke gave bezat. Hij ging, amper 10 jaar oud, als student naar de Academie van Antwerpen waar hij zich al snel over de hele lijn onderscheidde door zijn buitengewone capaciteiten. Op 16-jarige leeftijd werden zijn talenten beloond met een gouden medaille. In 1873 won hij de hoogste prijs op de ‘Grand Concours de Rome’, een som van 12.000 frank. Met deze spaarpot ging hij studeren aan het Louvre in Parijs. Vanaf 1874 stelde hij regelmatig en met succes tentoon op de voornaamste Belgische Salons. Hij werd ook aangesteld als officiële hofschilder. Hij schilderde post-romantische historiestukken, religieuze onderwerpen, portretten en genrestukken. Zijn stijl was gedetailleerd en soepel.

Naar aanleiding van een tentoonstelling werden twee werken van Eugène Siberdt in de krant ‘De Koophandel’ van 7 juni 1882 gerecenseerd:

Twee prachtige portretten door M. Siberdt die voor zijne vroegere gewrochten niet moeten onderdoen. Breed en malsch behandeld en keurig uitgevoerd. Het portret van M. L. is sprekend van gelijkenis; de blik vol natuurlijkheid, de vliezen warm en doorschijnend; de pose gansch overeenstemmend met het uitgedrukte karakter. Ook het portret van Mad. J. is uitmuntend afgewerkt, en verdient eveneens eene goede melding. Zoowel om de gelijkenis als om de flinke behandeling. Men ziet, dat M. Siberdt dagelijks eenen trap hooger stijgt tusschen onze portretschilders. Hij ga alzoo voort en wij zullen in de gelegenheid zijn nog meermaals zijnen welverdienden lof te kunnen maken.”.

Eugène Siberdt, Oriental Beauty, 1886
(Bron: Wikimedia commons)

In 1883 ging hij aan de slag in de Antwerpse Academie. Hij stond er bekend als een pedanterige en strenge leraar, iemand die streefde naar perfectie. Hierdoor kwam hij in botsing met andere kunstenaars zoals Vincent van Gogh en Eugeen Van Mieghem. Die wilden zich niet plooien naar het strakke onderricht voorgestaan door Siberdt. Van Gogh beschrijft de discussies die hij met Siberdt had in zijn brieven aan zijn broer. Toen van Gogh de Venus van Milo verbeeldde als een Vlaamse boerin zonder ledematen, werd Siberdt razend. Hij zag dit als een verzet tegenover zijn artistieke leiding. Het was de laatste keer dat van Gogh naar de lessen op de Academie kwam. De bewering dat Siberdt van Gogh zou hebben weggestuurd van de Academie, klopt niet.

Op 15 november 1921 werd Eugène Siberdt voor zijn verdiensten tot ridder in de Leopoldsorde benoemd. De Leopoldsorde is de belangrijkste en hoogste orde in België.

Antwerpse roots

De familie Siberdt heeft diepe Antwerpse roots. De overgrootvader van Eugène, Jacobus Antonius Carolus Siberdt was een wever die boordsels van kledij doorweefde met goud- en zilverspinsels. Jacobus Antonius woonde met zijn echtgenote Suzanna Theresia Smits en 9 kinderen nabij Het Steen. Zijn nakomelingen bleven bijna allemaal in de eerste wijk rond Het Steen en de Onze-Lieve-Vrouw kathedraal wonen. Een buurt voor de middenklasse waar de verpaupering, kenmerkend voor de eerste helft van de 19de eeuw, het minst toesloeg. Een van de zonen van Jacobus, Joannes Henricus, was schilder. Een andere zoon, Nicolaus Josephus Siberdt, de grootvader van Eugène, was een kuiper die later ook handelde in tweedehandskleding. Jean Joseph Siberdt, de vader van Eugène, was een meester-kleermaker maar schilderde ook. Kleding is wat de verschillende generaties verbond, maar het schilderen was toch zeer dichtbij. Dat Eugène zou afstuderen aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten als een begenadigd kunstschilder en er bovendien zou lesgeven aan Van Gogh en Van Mieghem, dat zal niemand vermoed hebben.

Het grote lot

Eugène Siberdt had niet alleen een succesvolle carrière waarmee hij geregeld in de kranten kwam, ook een grappige anekdote haalde op 20 november 1889 de ‘Gazette de Charleroi’, vrij vertaald als volgt:

Eugéne kocht regelmatig lootjes van de loterij en ging zoals altijd na een trekking naar het stadhuis om te kijken of hij gewonnen had. Zoals altijd maakt hij een lijstje met de nummers van de loten die hij gekocht had, maar eens in het stadhuis, bleek hij het lijstje vergeten te hebben. Hij maakte dan maar een lijstje met de loten die gewonnen hadden, ging daarna met een paar vrienden op stap, kwam vele uren later thuis en dacht niet meer aan het lijstje. s’ Morgens bracht zijn echtgenote de krant met de winnende loten. Eugène nam zijn lijstje, zijn vrouw las voor en wat bleek, hij had niet alleen de hoofdprijs van 150.000 frank gewonnen, maar ook de tweede, de derde, de vierde, tot en met de tiende prijs. Tot Eugène zich realiseerde dat hij het lijstje met de winnende loten genomen had dat hij de avond voordien in het stadhuis had opgeschreven en niet het lijstje met de eigen. Toen ze het correcte lijstje vergeleken bleek dat ze toch de hoofdprijs van 150.000 frank hadden gewonnen. Wat de Franstalige krant de uitspraak ontlokte: “La Fortune, que l’on dit aveugle, s’est montrée cette fois bien clairvoyante.” Maar het was de beminnelijke man gegund, voegde de krant eraan toe.

Zijn tweede huwelijk

Volgens het doodsoorzakenregister stierf echtgenote Josephina in 1905 aan een uitgezaaide kanker. Maar Eugène leerde in het kleermakersmilieu Maria Ludovica De Proft kennen. Maria Ludovica was van Wolvertem afkomstig en kleermaakster in Antwerpen. Zij had twee onwettige kinderen van onbekende vaders, Florentijn Arthur en Bertha. Eugène was getuige van de geboorte van Bertha op 14 augustus 1912, hij wordt vernoemd op de geboorteakte. Later, op 10 februari 1914, trouwde Eugène met Maria Ludovica in Mechelen, waar zij naartoe verhuisd was. Eugène was toen 61 jaar, Maria Ludovica 23. Hij erkende beide kinderen, ze gingen samenwonen in het huis in de Harmoniestraat en kregen samen nog twee kinderen, René Emile en Raymond Victor. Eugène heeft zijn jongste kinderen nog zien groot worden, hij stierf op 6 januari 1931 op 79-jarige leeftijd aan een longontsteking.

Eugène Siberdt heeft zichzelf vereeuwigd door zijn artistiek nalatenschap en door zijn visie op het vak dat soms botste met inzichten van andere grote kunstenaars zoals Vincent van Gogh en Eugeen Van Mieghem. Vandaag bevinden zijn werken zich vooral in privébezit, maar ook in diverse musea in Vlaanderen.

Bronnen:

Een iets uitgebreider artikel met verwijzing naar meer bronnen is te raadplegen op http://users.telenet.be/PeterCrombecq/GeneaResearch/Publicaties/Het%20leven%20van%20Eug%e8ne%20Siberdt%20v1.1.pdf.