• Berichtcategorie:Onderzoek

Coördinatoren Angélique Janssens van het Amsterdamse doodsoorzakenproject en Isabelle Devos van het Antwerpse doodsoorzakenproject sloegen onlangs de handen in elkaar en stelden een themanummer samen voor het internationale tijdschrift Social History of Medicine. In de inleiding van dat nummer bespraken ze de mogelijkheden en beperkingen van doodsoorzakenclassificaties voor het begrijpen van de ontwikkeling van de sterfte in de late negentiende eeuw.

In die periode vond de epidemiologische evolutie plaats en stierven mensen minder aan infectieziekten en meer aan ouderdomsziekten zoals cardiovasculaire aandoeningen en kanker. Waarom deze evolutie precies dan plaatsvond, blijft tot vandaag een vraagteken, zo vertellen Janssens en Devos in het artikel. Er was nog geen sprake van de curatieve geneeskunde zoals we die vandaag kennen. Ook al was men ondertussen vertrouwd met de pokkeninentingen, vaccinaties tegen andere infectieziekten waren ongekend. Ook antibiotica bestonden nog niet. Ongetwijfeld speelden verbeterde levensstandaard (meer en betere voeding) een belangrijke rol, in combinatie met betere hygiëne.

De studie van individuele doodsoorzaken kan volgens Janssens en Devos een licht werpen op deze complexe puzzel, maar het gebruik van deze bronnen gaat gepaard met een aantal uitdagingen. Zo paste men in verschillende plaatsen (zelfs binnen hetzelfde land) en op verschillende momenten andere medische termen toe om dezelfde ziekten aan te duiden. Meer nog, zelfs artsen onderling konden ziekten op een andere manier definiëren. Medische historici die met de individuele historische doodsoorzaken aan de slag willen, moeten hier dus rekening mee houden in hun analyses. Dit betekent dat er steeds een uitgebreide interne gegevenscontrole moet gebeuren waarbij patronen, afwijkingen en anomalieën in het gebruik van ziektetermen moeten geëvalueerd worden. Moderne technologieën in dataverwerking maken dit werk gemakkelijker uitvoerbaar, vooral wanneer datasets beschikbaar zijn voor miljoenen individuen over lange perioden.

In het themanummer worden de doodsoorzakenclassificaties gepresenteerd van vier steden (Venetië, Kopenhagen, Roosendaal en Trondheim). De auteurs van deze bijdragen gingen elk op hun eigen manier met doodsoorzaken en de classificatie ervan aan de slag. Daaruit blijkt dat samenwerking met medische historici cruciaal is. Inzicht in de veranderingen in het medisch denken, de manier van registreren van doodsoorzaken, de wijzigingen in de diagnostiek, spelen allen een rol in hoe individuele doodsoorzaken in een bepaalde plaats en op een bepaald moment moeten begrepen worden.

Wie graag meer hierover leert en het integrale artikel wil lezen, kan de volledige tekst hier terugvinden: https://academic.oup.com/shm/advance-article/doi/10.1093/shm/hkac040/6679151

Een voorbeeld van hoe de betekenissen van doodsoorzaken kunnen verschillen naargelang tijd en ruimte, vinden jullie in onze ziekte in de kijker van deze maand. We bespreken de doodsoorzaak Sint-Antoniusvuur, die afhankelijk van de context verwijst naar een andere onderliggende ziekte.