• Berichtcategorie:Opmerkelijk

Opmerkelijk verhaal: Maria S’heeren, de “Bruid van Koning Winter” 

Dit is het gruwelijke verhaal van een jong meisje dat in 1902 ten prooi valt aan een vlammenzee. Vrijwilliger Diane Obijn ging op onderzoek uit en schreef het verhaal op basis van krantenartikels uit die tijd. 

Auteur: Diane Obijn  

Over de tragische dood van Maria S’heeren zijn er online verschillende teksten te vinden. Ik heb voor het schrijven van deze tekst al de daarin genoemde feiten in oude kranten gecontroleerd en heel wat fouten en gissingen gevonden.  

Sinds 1846 organiseerde de stad Antwerpen een jaarlijkse kermisweek, genaamd “Antwerpen Kermis”. De kermisweek verving de vele kleinere kermisfeesten en ging door in augustus. Tijdens deze kermisweek vertrok er ter gelegenheid van het naamfeest van Onze-Lieve-Vrouw, de patrones van de stad, jaarlijks een grote Mariaprocessie vanuit de kathedraal én op en rond 15 augustus een lichtstoet als liberale tegenhanger. Over die lichtstoet kan men in de krant ‘Het Handelsblad’ al verslagen lezen vanaf 1885. Vanaf 1913 werd door toedoen van schepen Van Kuyck 15 augustus in Antwerpen, naast het naamfeest van Maria, uitgeroepen worden tot Moederkesdag. Tijdens de kermisweek stond er verder heel veel op het programma zoals zang-, muziek-, roei- en wielerwedstrijden, concerten en optochten.

Portret van Maria S‘heeren op haar bidprentje, 1902
(© Felixarchief, stadsarchief Antwerpen, nr. Inventaris 365#3)

De lichtstoeten waren samengesteld uit mensen te voet en praalwagens die gebouwd en betaald werden door Antwerpse Maatschappijen. Dat waren o.a. culturele-, toneel-, turn- en zangverenigingen, harmonieën, fanfares, trommelslagers en veloclubs. De wagens werden doorgaans door paarden getrokken en verlicht door kaarsen of door olie- en petroleumlampen. In de kranten van 1893 is er voor het eerst sprake van ‘elektrisch licht’ op de wagens. 

In 1902 bracht Maatschappij Leopold, die al in 1896 en 1900 de eerste prijs wegkaapte, een praalwagen met het thema ‘Fantazij op den Winter’. De wagen stelde een ijskasteel voor. De 17-jarige Maria S’heeren werd uitgekozen om als “De Bruid van Koning Winter” op de wagen plaats te nemen voor de lichtstoet die op 11 en 15 augustus zou uitgaan. Maria werkte als naaister voor haar moeder en prijkte al voor de derde keer op een praalwagen van Leopold, zonder vergoeding, uit pure kunst liefhebberij, lezen we in het Handelsblad.

Maria werd op 16 december 1884 in Sint-Truiden geboren als Marie Henriette, dochter van Guillaume Marie S’heeren en Marie Hubertine Leunen. Het gezin verhuisde later naar Antwerpen en woonde er in 1902 in de Lange Beeldekensstraat. Haar vader werkte in een koffiehuis aan de Sint Jansplaats.  

De lichtstoet was een groots gebeuren dat door de hele stad gevolgd werd. Toen de stoet op maandag 11 augustus de eerste keer uitging, begon het plots pijpenstelen te regenen waardoor hij voortijdig moest worden afgebroken. De praalwagen van Maatschappij Leopold had echter al een grote indruk gemaakt. De dag nadien getuigde Het Handelsblad:  

‘En, last not least [sic.], Leopold, wagen [sic.]: Sneeuwvlokken (fantazij op den winter). Indien alles niet schoon was, zou men dit het schoonst noemen, en indien men de vorige wagens niet had toegejuigt, zou men dezen toejuichen. ’t Is een winterpaleis, met sneeuw bedekt, waarin, van uit den helderen, electrischen sterrenhemel, lieve feeën sneeuwvlokken laten neervallen, die de kaboutermannekens, op den wagen gezeten, begraven onder een sneeuwkleed.‘ 

De Praalwagen van Maatschappij Leopold
(© Felixarchief, stadsarchief Antwerpen, nr. Inventaris PB#4733)

De wagen werd bovenaan elektrisch verlicht en binnenin door benzinelampen waarnaast veiligheidshalve mannen stonden, voorzien van vochtige doeken om een eventuele brand tijdig te kunnen doven.  

Op vrijdag 15 augustus ging de stoet een tweede maal uit en ditmaal bleef het prachtig weer. Zoals gewoonlijk trok de stoet van heinde en verre duizenden mensen. In Het Handelsblad lezen we:  

‘Wij mogen rechtuit zeggen, nooit, zelfs bij het Landjuweel of de Van Dyckstoet, zulke menigte op straat gezien te hebben.’  

Een uur voor vertrek stonden de toeschouwers al rijen dik langs het parcours te wachten. De lichtstoet werd deze keer gevormd in de Brederodestraat en niet in de Anselmostraat zoals oorspronkelijk was beslist. De wagens van de Klauwaerts en Leopold ontbraken nog bij de start. Volgens een niet te controleren bron, was men na de eerste optocht vergeten de accu van de praalwagen van Leopold op te laden. De wagen werd daarom naar de elektriciteitswinkel Moyson op de hoek van de Meir en Otto Veniusstraat getrokken, waar een technieker hulp bood. In dat gebouw is nu Inno Antwerpen gevestigd en bovenop staat nog altijd het monumentale vergulde beeld van de fictieve gevleugelde figuur Electrica met 2 bliksemschichten in de hand, ontworpen door Emile Jespers. 

Electrica, ontworpen door Emile Jespers (© Wikimedia Commons)

In de kranten is te lezen dat de wagen de stoet pas later kon vervoegen en halverwege de Leopoldstraat ter hoogte van de Arenbergstraat kon aansluiten. Dat verliep zonder problemen vermits zij de laatste plaats in de optocht geloot hadden. 

Maria S’heeren zat als Sneeuwkoningin ‘met een sangelband in de lenden’ stevig aan het latwerk vastgemaakt en dit op een hoge troon, wel 6 meter boven de grond. Ze zag er prachtig uit. Ook de andere meisjes op de wagen zaten voor hun veiligheid vastgemaakt met heupriemen en voetbeugels.  

Toen de stoet in de Sint Katelijnevest door een wegversmalling verderop abrupt tot stilstand kwam, brak er ter hoogte van huis nr. 26 plots brand uit op de wagen van Leopold. Toeschouwers zagen dat de brand bovenaan een van de arcaden van de wagen begon en zich razendsnel verspreidde. “Gaas en tul, katoenvlokken, die sneeuw verbeeldden, en kleedsels der wintergoden en godinnen, latwerk en al wat zich op den wagen bevond, leverde voedsel aan het vuur “, zo lezen we in het Handelsblad. Ook de onfortuinlijke Maria viel ten prooi aan de vlammen. 

De mannelijke figuranten en zij die niet in banden of beugels vast waren gemaakt, konden vlug de wagen verlaten. Twee meisjes werden door een moedige man losgemaakt en naar beneden geworpen, waar ze door het volk opgevangen werden. Toen deze jongeman een ladder tegen de troon van Maria zette, stortte die onder het gewicht in.

Fragment uit gedenkkaart ter nagedachtenis van Maria S’heeren.
(© Collectie Jacques Buermans)

Maria viel gillend als een brandende toorts op de grond. De man kon zich wel nog in veiligheid brengen. In de krant leest men dat de redder Frits Hagens was, een jaloeziemaker die in de Dambruggestraat 95 woonde. De paarden werden snel afgekoppeld en alle andere opzittenden konden met de hulp van omstanders tijdig de wagen, die een brandstapel was geworden, verlaten.

Prentkaart van de verbrande praalwagen (© Felixarchief, stadsarchief Antwerpen, nr. inventaris PB#4734)

De stoet vervolgde ondertussen verder zijn parcours en op de Sint Jansplaats stond Maria’s vader voor de deur van het koffiehuis waar hij als garçon werkte. Hij wist nog van niets en vroeg zich af waar de wagen bleef, die als laatste moest verschijnen en waarop zijn dochter stond. Toen pas vernam hij het verschrikkelijke nieuws. 

De zwaar verbrande Maria werd ondertussen de winkel van M. Berlin, een handelaar in eetwaren, binnengedragen en kreeg daar door verschillende artsen de eerste zorgen toegediend. In de kranten lezen we: 

Het meisje is vreselijk gesteld. Een harer voeten is verkoold. Hare beenen en geheel haar lichaam vormen slechts ééne brandwonde; hare hoofdharen zijn verbrand, hare lippen zijn weg en het gelaat heeft geen menschelijken vorm meer. Toch verliest ze geen oogenblik hare tegenwoordigheid van geest, noch het bewustzijn. Moeder! Moeder! roept zij aanhoudend terwijl ze ‘in de wieg der pompiers (soort brancard)’ gelegd werd en naar het Sint-Elisabeth gasthuis werd gebracht.’ 

Wieg voor ziekenvervoer in het Sint – Elisabethgasthuis 1904–1905 (© Felixarchief, stadsarchief Antwerpen, nr. Inventaris 2386#569)

In het ziekenhuis weigerde Maria eerst haar naam te zeggen omdat zij haar ziekelijke moeder niet ongerust wou maken. Ze kwam nog een paar keer bij bewustzijn maar overleed uiteindelijk op 16 augustus om 4 uur in de morgen, 17 jaar en 8 maanden oud. Haar overlijden vonden we terug in het doodsoorzakenregister van Antwerpen en luidt brûlures graves (ernstige brandwonden). 

Haar indrukwekkende begrafenisstoet op 18 augustus trok opnieuw massa’s volk. Vanaf het Sint-Elisabeth Gasthuis stonden langs heel het parcours rouwende Antwerpenaars in de dichte regen. Na een korte lijkplechtigheid in de kerk vertrok de begrafenisstoet gevormd door “muzikanten in uniform, spelende treurmarschen. Dan het lijk, gedragen door leeden der Leopold, en omringd door de dragers van de hoeken der baar : M. Van Kuyck, schepene, ….” naar de Kielbegraafplaats. 

De Begrafenisstoet van Maria S’heeren (© Felixarchief, stadsarchief Antwerpen, nr. inventaris PB#4737)

De begrafenis werd betaald door Maatschappij Leopold en op 30 oktober 1904 werd een grafmonument ingehuldigd, betaald door de Maatschappijen.  

Na Maria’s dood plaatste fotograaf Beng uit de Offerandestraat een foto van het mooie meisje in zijn etalage en dat lokte drommen mensen. De politie moest er zelfs de orde handhaven. Het drama sprak zodanig tot de verbeelding dat er zelfs prentbriefkaarten van de praalwagen, voor en na de brand, van de begrafenisstoet en van haar doodsprentje werden gedrukt! Marktkramers zongen er later ontroerend over. De teksten van drie liederen werden teruggevonden en herwerkt tot één lied genaamd ‘De Martelares van Antwerpen’. 

De wagen van Leopold won uiteindelijk de vijfde prijs met vermelding: slechts één dag licht. Als oorzaak van de brand vermoedde men een kortsluiting door slecht geïsoleerde draden. 

Het nieuws van de dood van Maria S’heeren tijdens de Lichtstoet haalde ook de buitenlandse kranten. Het was niet de eerste keer dat er tijdens de lichtstoet brand uitbrak in een van de wagens, wel de eerste keer dat er een dodelijk slachtoffer viel. Lichtstoeten bleven de jaren nadien nog doorgaan, maar maakten gebruik van langere en minder hoge wagens. 

Na de ontruiming van de Kielbegraafplaats werd het graf van Maria overgebracht naar het Schoonselhof. Haar grafmonument bevindt zich daar nog steeds in perk Y, halverwege rij 28. Van de originele tekst, die in 2011 nog door een beeldhouwer herkapt werd, is nu amper nog iets te lezen.  Ik herkende er de mooie zerk alleen nog aan Maria’s foto. In het bloembakje ervoor staan wel bloeiende viooltjes, Maria S’heeren is dus nog niet vergeten. 

Grafmonument van Maria S’heeren op het Schoonselhofkerkhof (© Diane Obijn) 

Bronnen en meer lezen

  • “Association des societes d’argrement”, Le Matin, 26 oktober 1904, p. 3, (geraadpleegd op 22 maart 2022, Belgicapress)
  • “Drama in den lichtstoet”, De Denderbode, 21 augustus 1902, p. 2, (geraadpleegd op 22 maart 2022, digitaal krantenarchief-Stadsarchief Aalst https://aalst.courant.nu/issue/DDB/1902-08-21/edition/0/page/2?query=   )
  • “Drama in den lichtstoet”, Het Handelsblad van Antwerpen, 15 augustus 1902 p. 2, (geraadpleegd 22 maart 2022, Belgicapress)
  • “Nog de ramp van den lichtstoet”, Het Handelsblad van Antwerpen, 17 augustus 1902, p. 3, (geraadpleegd op 22 maart 2022, Belgicapress)
  • “Schrikkelijk ongeluk”, Het Nieuws van den Dag, 17 augustus 1902, p. 2 (geraadpleegd op 22 maart 2022, Belgicapress)
  • Antwerpen 1860-1960, deel II, Stadsbestuur Antwerpen, 1962.
  • Doodsoorzakenregister Antwerpen, 1902, Felixarchief Antwerpen. https://felixarchief.antwerpen.be/archievenoverzicht/42189
  • Geboorteakte Maria S’heeren: Familysearch Limburg, Sint-Truiden, Geboorten, huwelijken, overlijden 1882-1885, blz. 631 °akte 371 dd 18/12/1884.
  • https://www.wreed-en-plezant.be/wrdprs/2015/08/martelares-van-antwerpen
  • “Maria S’heeren De verbrande maagd van Antwerpen”, Gazet van Antwerpen, 27 juli 2021.
  • Overlijdensakte Maria S’heeren: Familysearch, Overlijdensregister Antwerpen, 1902, p. 317 +akte 3115 dd 16/08/1902.
  • Raskin, Brigitte. De maagd van Antwerpen. Antwerpen: Boek.be, 1992.