• Berichtcategorie:Opmerkelijk

Toen vrijwilliger Jo Smits bij het invoeren van geboorteakten uit 1864 stuitte op de naam Carolina Wilhelmina Elisa Büge, dook er meteen een raadsel op. Haar vader, Julius Wilhelm Reinhold Büge, stond vermeld als “fabrikant in peterolie”. Peterolie? Wat was dat? Voor Jo was deze akte het begin van een zoektocht naar het levensverhaal van een migrant met een droom. De Antwerpse doodsoorzakenregisters brengen ons niet alleen mysterieuze doodsoorzaken, maar frissen ook ons geheugen op wat betreft oude en vergeten beroepen.

Auteur: Jo Smits

Bij het invoeren van geboorteaktes van 1864 kwam ik Carolina Wilhelmina Elisa Büge tegen. Haar vader, Julius Guilielmus Renaud Büge was fabrikant in peterolie. Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld: wat is peterolie?

Geboorteakte van Carolina Büge, 1864.

In het bevolkingsregister staat als beroep ‘fabrikant in olie’. In de geboorteakte van de oudste dochter en zoon, in Antwerpen geboren, is hij ‘artsenijbereider’. Bij de volgende kinderen, in Hemiksem geboren, is hij eerst ‘apotheker’ en later ‘industrieel’. Een merkwaardig man, met verschillende stielen en woonplaatsen, dat moest ik verder onderzoeken.

Van Pruisen naar Antwerpen

Julius Büge wordt geboren op 24 juli 1823 in Angermünde, Pruisen. Over zijn afkomst vond ik niets terug, behalve dat hij uit een welgestelde familie kwam. In het vreemdelingenregister, bij zijn aankomst in België aangemaakt, staat als bestaansmiddel: “Ressources de famille”. En wanneer zijn zus Emma in 1862 en 1863 op bezoek komt, noteert men ook bij haar dat ze leefde van “sa fortune”.

Büge arriveert op 9 mei 1853 vanuit Berlijn in Antwerpen. Hij had daar zijn diploma als apotheker eerste klas behaald, dat nog hetzelfde jaar door een Koninklijk Besluit in België wordt erkend. Twee jaar later trouwt hij in Rostock, Pruisen met Helena Elisa Henrietta Lansemann. Het echtpaar vestigt zich in Antwerpen. Op 3 februari 1856 wordt daar een eerste dochter geboren, en op 30 mei 1857 een zoon. Op beide geboorteaktes staat hij vermeld als artsenijbereider. Was peterolie misschien een apothekersmiddel?

Van apotheker tot fabrikant van olie

Op 7 april 1857 dient Julius Büge, samen met Franz Schütze en Oscar Schmidt, een aanvraag in om in Hemiksem op het terrein van een gesloten steenbakkerij een bedrijf te vestigen: Soc. Büge et Cie, Fabrique de Photogène et Paraffine. De fabriek wil lampenolie (huile photogène) uit leisteen en turf extraheren. Halverwege de 19de eeuw komen dit soort minerale oliën op de markt als alternatief voor dure en steeds schaarser wordende walvisolie. De technologie van de fabriek in Hemiksem is gebaseerd op een patent van Jules Büge. De fabriek gaat van start in 1858.

Lampenolie is een belangrijk product in die dagen. In de huizen en straten ligt er nog geen elektriciteit. Het Antwerpse stadhuis bijvoorbeeld, krijgt pas in 1887 elektrische verlichting. Verlichting gebeurt aan de hand van olie of gas.

Journal de la Belgique: pièces officielles et nouvelles des Armées, 3 novembre 1859 p. 4

Ingehaald door de technologische vooruitgang

De onderneming houdt niet lang stand. In 1861 wordt de firma ontbonden en in 1868 stopt de fabriek definitief, weggeconcurreerd door goedkopere ingevoerde petroleum. Petroleum wordt als moderne energiebron (her)ontdekt in 1858, wanneer de eerste moderne olieboringen plaatsvinden. Geraffineerde petroleum blijkt een goedkopere en efficiëntere energiebron dan andere vormen van kunstmatig geproduceerde minerale olie. Vanaf 1864 wordt petroleum massaal ingevoerd in Antwerpen vanuit de Verenigde Staten.

Ook op privé-vlak heeft het gezin het moeilijk. Het eerstgeboren zoontje sterft reeds in 1857, slechts enkele maanden oud. In Hemiksem worden nog vier kinderen geboren, 3 dochters en 1 zoon. Op de geboorteaktes is Büges beroep dan ‘industriële’. De familie woont in 1864 terug in Antwerpen, waar op 15 januari Carolina Wilhelmina Elisa Büge geboren wordt, het begin van dit verhaal. Zij sterft jong, op 8 september 1864, aan cholérine en komt zo, spijtig genoeg, in de statistieken van S.O.S. Antwerpen terecht.

Steeds opnieuw beginnen

De professionele en persoonlijke tegenslagen houden Büge niet tegen om telkens opnieuw te beginnen. Terug in Antwerpen springt hij op de kar van de nieuwe petroleumindustrie en sticht er ondernemingen om petroleum in te voeren en te raffineren, in Merksem en aan ‘den Dam’. Dit geeft ons het antwoord op ons raadsel. Peterolie blijkt een oud woord te zijn voor petroleum, olie gewonnen uit steen (petra in het Grieks). Büges naam dook telkens weer op als oprichter, fabrieksdirecteur of vennoot. Soms liep het uit op ontbinding of faillissement, maar hij stapte steeds in een nieuw project.

Volgens de inlichtingen van 1864 in het vreemdelingenregister is hij dan in dienst bij ‘M. Devries et Cie’, een petroleumfirma in Merksem.  Zijn vroegere medefirmant François Schütze is fabrieksdirecteur geweest in de oliefabriek van de gebroeders Steeman in Merksem en daar ontslagen wegens onbekwaamheid.

De firma De Bien, de Vooght & Cie, opgericht op 1 augustus 1862 door hem, Antoine De Bien en Jean-Baptiste De Vooght wordt op 30 december 1864 stopgezet.  Waarschijnlijk is dit de bovenvermelde firma Devries. De handgeschreven stukken in het vreemdelingenregister lijken niet altijd even nauwkeurig.

Op 21 juli 1864 wordt er een nieuwe firma opgericht voor de raffinage van petroleum: Ackerman & Mack, gelegen op de Dam bij Merksem. Carl Otto Heinrich Ackerman en Ferdinand Wilhelm Mack zijn de zaakvoerders, Julius Wilhelm Reinhold Büge en Franz Johann Heinrich Schütze (jawel) zijn de fabrieksdirecteurs.

Op 29 maart 1865 richten Franz Johann Heinrich Schütze, Jules Büge en Adrien Jacques Marinus-Permentier de firma Schütze, Büge & Cie op om petroleum te verhandelen, te raffineren en industriële vetten te produceren.  De firma Ackermann & Mack wordt ontbonden per 21 juli 1864.

Op persoonlijk vlak wordt het gezin Büge in 1865 uitgebreid met een dochter geboren in Antwerpen, en in 1867 een in Merksem (ze woonden toen officieel in de Dambruggestraat 425). In beide aktes is Büge ‘fabrikant in peterolie’. Maar de diverse firma’s zijn geen lang leven beschoren.

Op 21 februari 1874 verschijnt in het Handelsblad een advertentie over de openbare verkoop van een hangar in Austruweel, inlichtingen te bekomen bij de heer Büge. Vermoedelijk is de firma Schütze, Büge & Cie (of een volgende firma met hem als firmant) opgeheven.

Het handelsblad, 21 februari 1874, p. 4.

Rond deze tijd verstrengt de stad Antwerpen de regels voor de opslag van petroleum. Waar de grondstof aanvankelijk in magazijnen in en rondom de stad werd opgeslagen, werd die naar verloop van tijd uit de stad geweerd omwille van het zeer grote brandgevaar. Waarschijnlijk is Büge nadien ergens in dienst getreden. De bevolkingsregisters van 1876 en 1877 geven namelijk als beroep ‘klerk’ aan. Bij de volgende verhuis binnen Antwerpen in 1878 (zijn 7e adres in Antwerpen) wordt hij in het bevolkingsregister ‘chimiste’ en ‘apotheker’, blijkbaar is hij dus weer van werk veranderd.

Een andere richting in Genk

In mei 1885 trekt Büge naar Genk. Julius wordt er bedrijfsleider van een nieuwe zandwinning in Bokrijk ‘Sablières de Bockryck’ van M. Van Dam van Noorderloos, een Nederlander, die Büge prijst als ‘ervaren scheikundige die de ziel en steunpilaar der exploitatie is’. Hij woont er op de Hasseltweg in een huis van de firma.

De zandgroeve levert zilverzand voor glasfabrieken in Wallonië. Omwille van hoge transportkosten was de activiteit weinig rendabel en per 1 juni 1887 wordt Büge eervol ontslagen. Hij blijft in het huis wonen, tot hij gerechtelijk het huis moet verlaten (vonnis 16 november 1887, in beroep 22 juli 1889).

En dan…naar Eeklo

Op 15 maart 1889 wordt Büge in Eeklo ingeschreven, als scheikundige. Op 7 augustus 1890 overlijdt hij daar, 67 jaar oud. Zijn zoon Jules Büge jr., ‘commis voyageur’ of ‘reizend klerk’, komt ook in maart 1889 in Eeklo wonen, terug bij de familie. Waarom Eeklo gekozen werd, is onduidelijk, mogelijk vond Jules sr. of jr. er werk in de textielsector of nam de familie er een zeepfabriek over.

Op 29 oktober 1892 vragen Jules Büge jr. en weduwe Hélène Lansemann namelijk een preventief concordaat aan voor de firma Jules Büge et sœurs, een zeepfabriek. Deze gerechtelijke procedure, bedoeld om een schuldbeladen bedrijf tijdelijk te beschermen tegen schuldeisers, wordt goedgekeurd op 19 november 1892

Julius Büge jr. blijft in Eeklo wonen en wordt er een belangrijk figuur o.a. als medestichter van het Willemsfonds.

Een leven lang ondernemen

Van zijn Pruisische afkomst weten we weinig. Waarom hij zijn vaderland verliet en hoe hij zijn vrouw leerde kennen blijft een raadsel. Wat wel duidelijk is: Julius Wilhelm Reinhold Büge was een man die kansen zag waar anderen ze niet zagen. Apotheker, industrieel, scheikundige, klerk, bedrijfsleider, hij was het allemaal.

Zijn levensverhaal leest als een aaneenschakeling van pogingen, mislukkingen en nieuwe starts. Hij stond mee aan de wieg van de petroleumindustrie in Antwerpen.

Geen blijvend succes, wel een leven lang ondernemen.

Bronnen

  • FamilySearch, Julius Wilhelm Reinhold Büge P3NW-ZWK, met koppelingen naar aktes van de burgerlijke stand en bevolkingsregisters
  • Jurisprudence du Port d’Anvers, Renseignements Commerciaux, 1858, p. 4 & p. 11
  • Jurisprudence du Port d’Anvers, Renseignements Commerciaux, 1861, p. 7 & p. 9
  • Jurisprudence du Port d’Anvers, Renseignements Commerciaux, 1862, p. 14
  • Jurisprudence du Port d’Anvers, Renseignements Commerciaux, 1864, p. 2 & p. 14
  • Jurisprudence du Port d’Anvers, Renseignements Commerciaux, 1865, p. 2, p. 9 & p. 8
  • Handelsblad 21 februari 1874, p.4
  • Journal de la Belgique: Pièces officielles et nouvelles des armées, 3 novembre 1859 p. 4
  • Belgisch Staatsblad, 31 october – 1 november 1892, p 3211
  • Jurisprudence commerciale des Flandres, Renseignements judiciaires 1892, p. 21
  • Vreemdelingendossier nr. 21.705 Büge Julius
  • Vreemdelingendossier nr. 19.469 Büge Emma
  • Gazet Van Antwerpen, 22 februari 2019, p. 7
  • De Onafhankelijke der provincie Limburg, 8 juli 1885, p. 2

Bibliografie

  • P. Van De Woestijne. “Het oorlogsdagboek van Julius Büge”, Appeltjes van het Meetjesland jaarboek 65 (2014), p. 191 – 217
  • Louis De Schepper. Hemiksem, De Scheldeoever Nijverheid en Lusthuizen. 1953, p. 57 – 58.
  • Recueil Général des Décisions Administratives et Judiciaires. Tome 42, Bruxelles, 1889, p. 434 – 436.
  • Situation de l’enseignement supérieur donné aux frais de l’État: rapport triennal. années 1853 1854 et 1855, p. CIX.

Met dank aan de heemkundige kringen van Hemiksem, het Meetjesland en Genk voor de geleverde informatie.