Sinds enkele maanden werkt een kleine groep vrijwilligers heel ijverig aan het coderen van de Antwerpse doodsoorzaken. Aan elke doodsoorzaak wordt een unieke code toegevoegd op basis van de ICD10, de International Classification of Disease (versie 10). Deze hedendaagse codificatie van doodsoorzaken werd door internationale onderzoekers hertaald naar een historische versie (ICD10h) waarbij ook ruimte is voor de codering van termen en concepten die uit de hedendaagse medische kennis zijn verdwenen. Dat gebeurde om meerdere redenen. 

Ten eerste heeft het voortschrijdend inzicht van de medische kennis ervoor gezorgd dat we vandaag weten dat sommige termen niet verwijzen naar een ziekte, maar eerder een symptoom zijn van een onderliggende aandoening, denk maar aan koorts en stuipen. Toch moeten ook deze termen een code krijgen aangezien ze in het verleden wel degelijk als doodsoorzaak werden opgeschreven. 

Ten tweede zijn er de gevallen waarin de historische doodsoorzaak een koepelterm was voor wat we vandaag kennen als een reeks verschillende ziektes, denk maar aan tyfus. De historische term tyfus kan zowel verwijzen naar buiktyfus of vlektyfus. Ook apoplexie, de ziekte in de kijker van deze nieuwsbrief, was zo een koepelterm, die vandaag niet langer in gebruik is. 

Ten derde komen er ook woordcombinaties voor, die mogelijk, maar niet zeker, naar bepaalde ziekten verwijzen. Zo zijn bijvoorbeeld de gebruikte bijwoorden erg belangrijk om historische ziekten te identificeren. ‘Anderendaagse koorts’ was een andere term voor malaria. Om interpretatiefouten te vermijden is het echter veiliger om deze historische term een aparte code toe te kennen. Een ‘angine dipthérique’ was dan weer een ander woord voor kroep. Er zijn dus heel wat valkuilen waar de vrijwilligers rekening mee dienen te houden in het codeerproces. De coderingen van de vrijwilligers worden nu ook geverifieerd door de onderzoekers van S.O.S. Antwerpen en van het INEQKILL-project. Op 12 september 2024 hadden we professor Alice Reid van de universiteit van Cambridge op bezoek. Zij ontwikkelde de ICD10h methode mee en beantwoordde in een interactieve workshop al onze vragen over het coderen. Haar belangrijkste opmerkingen en tips vinden jullie terug in de ‘Hulp voor en door vrijwilligers-sectie’ van deze nieuwsbrief. 

Concentreerde gezichten rond de tafel waar onze doctoraatstudent Tom Hacha de uitdagingen van het coderen van historische doodsoorzaken voorlegde aan Prof. Reid. 

De ICD10h wordt momenteel niet alleen bij ons, maar ook in andere landen toegevoegd aan datasets van historische doodsoorzaken. Dat is een complex proces aangezien het niet altijd eenvoudig is te bepalen met welk Engelstalig ziektebeeld een oude Nederlandse of Franse term overeenkomt. Het eerder in onze nieuwsbrief besproken fenomeen carreau, lijkt bijvoorbeeld geen Engelstalige tegenhanger te hebben. 

De grootste uitdagingen zullen ongetwijfeld liggen in het coderen van meervoudige doodsoorzaken. Die komen in het Antwerpse bestand veelvuldig voor. Het wordt nog een grote opdracht om te bepalen wat de hoofdoorzaak was (primaire doodsoorzaak), en wat slechts de aanleiding van het overlijden was (secundaire doodsoorzaak).